Notulen van de openbare vergadering van de Raad der gemeente Putte, gehouden op 26 maart 1963 des avonds om 7.15 uur ten gemeentehuize. Aanwezig: A.J.F.M.v.dVen en Pr.Huijbrechts, wethouders, en de raads leden D.Baart, Pr.Vereist, H.de Bruijn, G.J.M.Suijkerbuijk en H.Bensbach. Voorzitter: Drs.L.J.Hermans, waarnemend burgemeester. Secretaris: J.J.Emonts, waarnemend secretaris, De notulen worden opgemaakt door L.Hendriks, commies ter secretarie. I. Opening. De Voorzitter opent de vergadering met gebed. Hij heet de aanwezigen hartelijk welkom en zegt, dat de agenda van de vergadering niet zo erg uitgebreid is. Hij stelt voor om voor de behandeling van het nieuw reglement van orde voor de ver gaderingen van de raad eerst nog enkele kleine punten te behande len. De vergadering gaat met het voorstel akkoord. Overeenkomstig het reglement van orde wijst het lot het raadslid Bensbach als voorstemmer van deze vergadering aan. Vervolgens stelt de Voorzitter aan de orde: II. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging van de algemene politieverordening. De Voorzitter geeft op dit punt een nadere toelichting. Hij deelt mede/ dat de verplichte afsluiting van rijwielen over dag voor velen een valkuil betekent en de politie veel overlast bezorgt. Hij meent, dat het ontvreemden van rijwielen bij dag hier praktisch niet voorkomt en de verplicht te voeren taksplaat in België dat gunstig beinvloedt. Hij stelt, dat het gebod tot "tussen zonsondergang en zonsopgang", met andere woorden 's avonds en 's nachts, is te beperken. Hij vraagt wie van de vergadering omtrent dit punt nog nadere toelichting of het woord verlangt. Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen conform het voorstel van burgemeester en wethouders en het aangeboden concept-besluit tot de vaststelling van de 8e wijziging van de algemene politieverordening besloten. III. Verzoek r.k.schoolbestuur om medewerking ex.art.72 der L.O.Wet 1920 voor voorzieningen aan de lagere school. De Voorzitter geeft voorlezing van het verzoek van het school bestuur en van het daarop gestelde advies door de Inspecteur van het Lager Onderwijs. Hij stelt voor om de gevraagde medewerking te verlenen en het betreffende weigeringsbesluit van 22 januari 1963 in te trekken. Hij vraagt wie van de vergadering omtrent dit punt nog nadere toelichting of het woord verlangt. Het raadslid de Bruijn vraagt of de plannen nog in de raad komen en men kan zien wat er aan voorzieningen gedaan wordt. De Voorzitter antwoordt, dat de wijze waarop de medewerking gerealiseerd wordt, tot de competentie van het schoolbestuur be hoort. Bij het voteren van een crediet, dat onevenredig kostbaar is, kan het anders komen te liggen. Het raadslid de Bruijn zegt, dat zijn informatie verband houdt met de ramen aan de voorkant van de school die hij graag vervangpn ziet door moderne ramen. De Voorzitter merkt op, dat het gewenste meer het aanzicht be treft. Hij deelt mede/dat iedere klas drie ramen heeft en ver vanging daarvan door een groot raam het aanbrengen van betonnen balken zal vergen. Over wijziging van de ramen is door de Bouw kundig Hoofdinspecteur van het L.O. niet gerept. Hij meent, dat het wel aan het schoolbestuur kan worden doorgegeven. Het raadslid Sui.ikerbuijk zegt, dat hem de ramen ook zijn opge vallen en andere ramen hem beter lijken. De Voorzitter zegt, dat lage ramen niet aan te bevelen zijn. - 1 -

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1963 | | pagina 29