Zonder hoofdelijke stemming gaat de vergadering met het voor stel akkoord. g) Mededelingen omtrent de stand bouw nieuwe lagere school c.q. medewerking ex. art 72 L.O.Wet. De Voorzitter geeft omtrent dit punt een uitvoerige toelichting Hij deelt mede, dat met de Inspecteur van het L.O. de kwestie van de lagere school op het Ministerie van O.K.W. is besproken en er een noodschool of een definitieve voorziening van de huidige school er in eerste instantie niet in zat. Nadien is een en ander echter weer achterhaald door een tele fonische mededeling van de Inspecteur van het L.O. in verband met een bespreking met de Hoofdinspecteur van het L.O. over ver vanging van de slechte klaslokalen. Begin maart heeft andermaal een bespreking op het Ministerie van O.K.W. plaatsgehad waaruit bleek, dat crepeergevallen in diverse klassen worden gerang schikt en als men bij de ergste gevallen behoort er kan worden gehoopt, dat die dit of het volgend jaar zullen worden opgelost. Hij deelt verder mede, dat de bouwkundig Hoofdinspecteur van het L.O. vandaag de lagere school hier heeft bekeken en dat de slotsom is geweest, dat geen toezegging kan worden gedaan, dat de school persé binnen de eerste 10 jaar zal worden vervangen door een nieuwe school. Volgens hem rest er niets anders dan de lagere school maar op te knappen en volledig te accomoderen waarmee een hoog bedrag gemoeid zal zijn. De niet bijzonder gunstige ligging van de school werd geen overwegend bezwaar ge acht. Hij meent, dat het schoolbestuur dient te proberen vóór 1 april a.s. een nieuwe aanvrage ex. art.72 te doen en hoopt, dat de raad bereid zal zijn om medewerking te verlenen. Hij stelt, dat het ook zaai zal zijn om een goede architect aan te trekken en men dan de kinderen in 1964 in een goede school zal kunnen ontvangen. Hij ziet het als de beste oplossing en ver zoekt zijn mededeling voor kennisgeving te willen aannemen. Wethouder van de Ven informeert of er ook nog over de verlaging van het leerlingenstelsel is gesproken. De Voorzitter antwoordt, dat er wel een toename van jeugdige leerlingen is geconstateerd maar dat de bouw van een zesde klas lokaal niet rechtvaardigdHij wijst er op, dat er al een boven tallige leerkracht is. De aanbouw van een zesde lokaal aan de laatste klas is wel uitvoerbaar en hij meent, dat als het school bestuur bereid is om de tuin van de hoofdonderwijzerswoning te verkleinen, de bouwkundig Hoofdinspecteur, die de toestand van de school persoonlijk heeft gezien, souplesse zal betrachten. eMotie van de raad der gemeente Finsterwolde inzake uitkering wachtgeld en werkloosheidswet en schrijven over verlening buiten gewone uitkering uit het gemeentefonds. De Voorzitter deelt mede, dat tegen de strekking van de motie van de raad van Finsterwolde, inzake uitkering wachtgeld en werkloosheidswet, geen bezwaar bestaat. Volgens het staats rechtelijk bestel behoort deze aangelegenheid echter niet tot de competentie van de gemeenten en helemaal niet tot de taak van de raden. Hij meent, dat aan de motie geen adhesie is te be tuigen en ze zonder meer voor kennisgeving is aan te nemen. Ten aanzien van het bijbehorend schrijven van de raad van Finsterwolde, met betrekking tot het verlenen van een extra uit kering uit het gemeentefonds deelt de Voorzitter mede, dat door het Ministerie van Financien reeds is gevraagd om bedoelde extra kosten op te geven. Hij ziet het niet als een bezwaar om aan ge noemd schrijven adhesie te betuigen echter met de restrictie, dat de uitkering niet uit maar via het gemeentefonds uit 's rijks kas wordt verstrekt. Met het voorstel en de zienswijze van de Voorzitter gaat de ver gadering akkoord. - 3 -

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1963 | | pagina 18