Als er straks grote voorzieningen moeten worden aangebracht, zal men ofwel een en ander achterwege moeten laten ófwel de reinigingsrechten verhogen. In de toekomst, wanneer de nieuwe vuilnisophaaldienst toch al draait, zal het veel moeilijker zijn om een verhoging van de rei- nigingsrecnten voor het publiek nog aannemelijk te maken. Wethouder van de Ven brengt naar voren, dat er altijd mensen zijn die er misbruik van maken, wanneer aansluiting bij de vuilnisophaaldienst niet verplichtend wordt gesteld. Er zijn altijd mensen die hun huis vuil maar bij het huisvuil van anderen, die wel betalen, neerzetten. Voorts zou door de nieuwe ophaaldienst 4 arbeiders 52 dagen per jaar vrij worden gemaakt. Deze mensen zouden op andere wijze productief kunnen worden gemaakt. Wanneer men tenslotte 7,- omslaat over 52 weken dan komt dit neer op een zeer gering bedrag per week. Het raadslid Huijgen zegt, dat de politie er toch op toe kan zien of iemand zijn huisvuil bij iemand anders neerzet. Wethouder van de Ven zegt, dat de politie er onmogelijk op kan toezien of iemand zijn huisvuil op een andermans grond deponeert. Het raadslid de Bruijn betoogt dat Putte over het algemeen een vrije gemeente is geweest. Venzelfsprekend moet er wel eens iets aan banden worden gelegd. Spreker is evenwel van mening, dat alles wat in Putte niet verboden is, zo langzamerhand verplicht wordt gesteld. De voorzitter ziet dit als een soort climax. Hij meent evenwel dat het zo sterk zeker niet is. Het raadslid de Bruijn is van mening, dat de bepaling, dat de emmers niet langer dan een uur buiten mogen blijven staan, moeilijkheden met zich mee kan brengen, b,v. voor mensen die de gehele dag van huis af zijn. Wethouder de Glerck ziet er geen bezwaar in, dat de gesloten emmers buiten blijven staan. Het raadslid Huijgen vraagt zich af, wat de mensen wel zullen gaan zeggen, wanneer zij straks 7,- moeten gaan betalen. Spreker vreest dat dit zeker moeilijkheden op zal leveren. Wethouder van de Ven meent, dat, wanneer het goed aan de mensen wordt uitgelegd, men hier zeker begrip voor zal hebben. Het raadslid Bensbach vraagt^ of de voorgestelde wijziging van de Al gemene Politieverordening tevens inhoudt, dat het verboden is mestput ten te graven en te hebben. Overal treft men in de tuintjes mesthopen aan, waarin alles wordt ingekapt. Het geval zou zich kunnen gaan voorè< doe£, dat iedereen die huisvuil heeft, dit maar in de mestput stopt. Het raadslid Huijbrechts wijst er op, dat de Algemene Politieverorde ning reeds een verbod kent van het maken van mestputten op bepaalde plaatsen. Hij ziet er overigens geen bezwaar in, dat de mensen huis vuil in de mestput deponeren, voor humus. De voorzitter deelt mede, dat ip. de voorgestelde wijziging van de Al gemene Politieverordening privaatmest en dierlijke meststoffen zijn uitgezonderd. Wethouder van de Ven brengt nog naar voren, dat men enige jaren gele den in Putte is begonnen met de faecaliënzuiger.Dectarieven hiervoor zijn ook al eens verhoogd. Toch blijft de vraag naar de diensten van deze faecaliënzuiger groot. Het gemak dat man van deze diensten heeft weegt toch wel op tegen de hogere kosten. Het raadslid de Bruijn merkt op, dat het gebruik van de faecaliënzui ger toch ook wel bepaald wordt door de weersomstandigheden. De voorzitter brengt vervolgens de voorstellen van burgemeester en wethouders op verlangen van het raadslid Huijbrechts in stemming. Tegen het voorstel van burgemeester en wethouders tot het aangaan van een overeenkomst met de firma van de Vonder te Mortsel met betrekking tot het ophalen van huisvuil stemmen de raadsleden van Beeck, Huij brechts, de Bruijn en Huijgen. Vóór stemmen het raadslid Bensbach en de wethouders de Clerck en van de Ven. Het voorstel is dus verworpen. Tegen het voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging van de Algemene Politieverordening in die zin, dat het meegeven van huisvuil verplicht wordt gesteld, stemmen de raadsleden van Beeck, Huijbrechts de Bruijn en Huijgen.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1962 | | pagina 8