Li Wethouder Huijbrechts merkt op, dat de rotonde te groot is, best mogelijk kan zijn maar het met de chef van de B.B.A. ter plaatse is bekeken en besproken en de grootste autobus er door kan. Hij meent, dat de genoemde persoon toch wel deskundig op verkeersgebied kan worden geacht. Hij wijst er verder op, dat de verbreding van de Dionysiusstraat ten aanzien van het wijzigen van het wegdek kosten zal meebrengen. De Voorzitter stelt, dat voor bestrating een fors bedrag nodig is en hijzelf voorstander van een groenstrook is. Hij wijst er op, dat de wijziging een totale reconstructie van de Dionysiusstraat mee brengt. Hij zegt toe het te bekijken. Het raadslid Baart brengt verder ter sprake de slechte staat van het achterpad van en langs de woningen ten oosten van de Dionysiusstraat. Hij zegt, dat er zondermeer puin is weggestort en vraagt of het in de bedoeling ligt om het pad te bestraten. De Voorzitter antwoordt, dat het niet de bedoeling is. Het raadslid Baart zegt, dat door hemzelf en zijn buren daarvan water overlast wordt ondervonden en vraagt of daarin geen verandering kan worden gebracht. De Voorzitter zegt, dat het wordt genoteerd en het zal worden bekeken Het raadslid Baart wijst tenslotte nog op hinder die wordt onder vonden van slacht-afvallen van slager van Oirschot. Het is volgens hem een ondraaglijke stank en vraagt of daarvoor geen oplossing is te vinden. De Voorzitter weet het zo direkt niet. De Secretarisdeelt mede, dat met de Directeur van het openbaar slachthuis in Bergen op Zoom daaromtrent reeds contakt is opgenomen. Hij meent, dat slager van Oirschot voor het opslaan van de slacht- afvallen een hinderwetvergunning moet hebben. De Voorzitter zegt toe het te zullen bekijken en men op basis van de Hinderwet voorwaarden kan opleggen, dat misschien toch wel bezwaarlijk kan zijn. Het raadslid Vereist merkt op, dat er op het voetbalterrein voor de staanplaatsen nog een 2-tal wagens koolas ontbreken waardoor het terrein ook fraaier van aanzicht wordt. De Voorzitter zegt, dat het zal worden bekeken. Het raadslid Bruijn vraagt of het niet mogelijk is om de Koppelstraat op korte termijn te verharden. Hij zegt, dat er voor de wegen een potje is en vraagt of men het daar niet uit kan financieren. De Voorzitter antwoordt, dat het een bedrag van ongeveer f.20.000, is, dat meer bestemd is voor het aanbrengen van een slijtlaag op de asfaltwegen, dat gezien het jaargetijde, dit jaar niet meer kan ge beuren. Het raadslid Bensbach merkt op, dat er in een vorige vergadering toch is over gesproken om de Koppelstraat in orde te maken. Hij vraagt waar het puin uit de Nieuwstraat is gebleven en waarom het puinstorten in de Koppelstraat is gestaakt. Wethouder Huijbrechts antwoordt, dat hij in verband met ziekenhuis opname de afdoening van deze aangelegenheid aan wethouder van de Ven heeft overgelaten. Hij stelt, dat de Pa.v.Vossen ook tijdens de kermisdagen verder aan de riolering door moest kunnen werken en met het oog daarop, het overtollige puin aan de Fa.v.Niftrik is verkocht. Hij zegt, dat er nog puin voldoende is voor de Koppelstraat, en uit een berekening blijkt, dat het puin, dat destijds voor aanvoer de gemeente f.2,40 per m2. heeft gekost en nu aan van Niftrik aan f.10, per wagen in rekening is gebracht, waarbij rekening is te houden met 1/4 gedeelte grond, de gemeente winst heeft opgeleverd. Hij vraagt, indien wethouder van de Ven opdracht had verstrekt om het puin op te slaan bij de Koppelstraat, waar het later door de gemeentearbeiders moest worden verwerkt, wat het dan de gemeente wel zouhebben gekost. De Voorzitter stelt, dat er nog voldoende puin aanwezig is voor de Koppelstraat en aannemer v.Vossen, omdat de Koppelstraat niet uitge- kist was, daair toen verder niets aan kon doen. - 17 -

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1962 | | pagina 84