ll Het raadslid Bensbach zegt te willen laten uitkomen, dat een gezin met een klein aantal kinderen en klein gezinsinkomen, welk laatste het hard nodig heeft, gedupeerd wordt. De Voorzitter antwoordt, dat het zelden voorkomt. Het raadslid Bensbach zegt begrip te hebben voor een goede behoorlijke vergoedingsbasis maar vraagt zo mogelijk om een en ander te herzien in die zin, dat de minst draagkrachtige in een meer juiste positie ten opzichte van de meer draagkrachtigen komen te liggen. De Voorzitter antwoordt, dat de gehandteerde tabel gunstiger ten opzichte van de laatste tabel van de Inspecteur van het L.O. ligt. Het bedrag van f.2500,dat buiten beschouwing wordt gelaten, lijkt echter wel wat aan de lage kant. Hij zegt een en ander in B W. te bespreken, tot wiens bevoegdheid deze aangelegenheid hoort, maar waarvoor de raad B W. wel ter ver antwoording mag roepen. Het raadslid Bensbach zegt, dat hij zijn indruk over het geval heeft willen geven en stelt, dat het bedrag aan buskosten ten aanzien van de omliggende gemeenten in Putte hoger liggen. De Voorzitter antwoordt, dat het laatste geen rol speelt. Het raadslid Suijkerbuijk vraagt om een vroegere toezending van de raadsagenda. Bij een korte tijd acht hij het teveel ineens om te ver werken temeer omdat hij nog niet volledig op de hoogte is van de voor schriften. Hij noemt 8 dagen voor de vergadering. De Voorzitter antwoordt, dat zijn gelegenheden voor het houden van avondvergaderingen beperkt zijn. Normaal noemt hij de verzending van de agenda acht dagen voor de raadsvergadering gebruikelijk. Het raadslid Suijkerbuijk vraagt verder waar de raadstukken te vinden zijn en of wetten en andere bescheiden ter bestudering van de te be handelen stof ter inzage te verkrijgen zijn. De Voorzitter antwoordt, dat men voor de stukken in de raadszaal terecht kan, en omtrent inzage of bestudering van wetten en andere be scheiden zich met de ambtenaren ter secretarie kan verstaan, voorzover noodzakelijk voor een goed begrip van de stukken. Wethouder Huijbrechts zegt, dat het misschien in B W is te bezien om de raadsvergaderingen op een maandag te houden. De Voorzitter weet niet of hem dat mogelijk is. Het raadslid Suijkerbuijk vraagt of het misschien mogelijk is op de eerste dinsdag van de maand. De Voorzitter antwoordt, dat hij niets kan toezeggen en wijst er op, dat hij moeilijk zit. Het raadslid Suijkerbuijk meent, dat ondermeer de behandeling van de gemeentebegroting 1963 tijd en bestudering vraagt. De Voorzitter antwoordt, dat de raadsleden, zoals gebruikelijk, de memorie van toelichting op de begroting 1963 tijdig gestencild thuis krijgen. Het raadslid Suijkerbuijk attendeert verder op het ontbreken van de straatnaamborden van de Canadalaan, Grensstraat en Keizerstraat. De Voorzitter zegt, dat het wordt genoteerd. Het raadslid Suijkerbuijk deelt verder mede, dat hij een eertijds in de raad gemaakte opmerking over het niet verwijderen van de doel- netten op het sportveld wil toelichten. Hij zegt, dat de nalatigheid is ontstaan door ziekte van de terreinknecht, en met de door de gemeen te aangebrachte voorzieningen, waar men dankbaar voor is, zuinig wordt omgesprongen. Hij merkt nog op, dat van overvliegende ballen de be woners nabij het sportveld in hun tuinen veel last hebben en er klachten over zijn. ^ij vraagt of het niet mogelijk is om vang-netten aan te brengen. Wethouder van de Ven zegt, dat het een kostbare voorziening is maar er inderdaad klachten zijn. De Voorzitter vraagt wat het zal kosten en zegt toe het in B W te zullen bekijken. Voor palen kan men misschien wel bij de P.N.E.M. terecht - 14 -

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1962 | | pagina 81