li
j) Adres aan de raad van de Vereniging van Vrouwenbelangen, houdende
aanbieding inventaris van vrouwendesiderata;
k) Schrijven van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 22 augus
tus 1962 G.nr. 33214, houdende mededeling van instemming met de
wijziging van de uitkeringsverordening;
1) Idem van 22 augustus 1962 G.nr.33213, met betrekking tot wijziging
van de kindertoelageverordening;
m) Idem van 22 augustus 1962 G.nr. 33212, met betrekking tot
wijziging van het algemeen ambtenarenreglement;
o) Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 24 oktober
1962 G.nr.67189a, houdende vaststelling van de gemeenterekening
en de bedrijfsrekening 1959» en
p) Koninklijk Besluit van 26 oktober 1962 nr.14, tot goedkeuring van
de bij raadsbesluit van 15 mei 1962 vastgestelde verordening op
de heffing en invordering van een rioolbelasting.
Hij stelt voor om de behandelde ingekomen stukken voor kennisgeving
aan te nemen. De vergadering gaat met het voorstel akkoord.
cQntwerp-regeling autokostenvergoeding burgemeesters.
Naar aanleiding van punt c van de ingekomen stukken, betreffende
de circulaire van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 26
september 1962 G.nr.36908, met betrekking tot de autovergoeding
voor burgemeesters en het daarop betrekking hebbende schrijven
van de A.R.K.A. beroepsverband burgemeesters van 15 oktober 1962,
deelt de Voorzitter mede, dat omtrent de ontwerp-regeling al of
niet van het gevoelen van de raad aan G.S. bericht kan worden ge
daan. Volgens hem heeft het bespreken van de ontwerp-regeling,
die afwijkt van de vigerende regeling, weinig zin. Hij deelt
verder mede, dat B W. de mening is toegedaan, dat men er geen
halszaak van moet maken, hoewel de ontwerp-regeling ongunstiger is
dan de bestaande en daardoor een vreemde indruk maakt. Door het
overeenkomstig kenbaar maken van de gevoelens van de raad krijgt
G.S. meer een algemene indruk, dat ten aanzien van de zitting
hebbende burgemeesters de vigerende regeling van kracht dient te
blijven om er niet op achteruit te gaan.
Het raadslid de Bruijn zegt in principe niet tegen de auto
kostenvergoeding te zijn indien de auto ten dienste van de gemeen
te wordt gebruikt. Hij vraagt zich echter wel af als dat niet het
geval is of de uitbetaling van de vergoeding wel verantwoord is.
De Voorzitter antwoordt, dat de huidige regeling een vast bedrag
voor het rijden binnen de gemeente aan de burgemeester toekent.
In de nieuwe regeling is bedoeld bedrag niet verwerkt en indien
de burgemeester zijn functie niet metterdaad uitoefent, of van
zijn auto, om welke reden, ten behoeve van dienstdoeleinden binnen
de gemeente geen gebruik maakt, op de autokostenvergoeding een
korting wordt toegepast. Hij zegt, dat de gemeente hierin geen
keuze heeft en de huidige regeling aanspraak op de vergoeding
geeft
Besloten wordt het door de Voorzitter geuite gevoelen, omtrent
de ongunstiger ontwerp-regeling ter kennis van G.S.te brengen.
f) Onthouding goedkeuring aan verlenging ontruimingstermijn onbe
woonbaar verklaarde woning Klavetterstraat 16.
Met betrekking tot punt f van de ingekomen stukken geeft de
Voorzitter voorlezing van de overweging van het besluit van Gede
puteerde Staten van Noord-Brabant van 22 augustus 1962 G.nr.29126
inzake het onthouden van goedkeuring aan het raadsbesluit van 26
juni 1962 tot verlenging van de ontruimingstermijn van de onbe
woonbaar verklaarde woning Klavetterstraat 16.
- 2 -