Notulen van de spoedeisende openbare vergadering van de Raad der
gemeente Putte, gehouden op WOENSDAG 5 SEPTEMBER 1962 des avonds om
20 uur ten gemeentehuize.
Aanwezig: Pr.Vereist, P.Huijbrechts, D.Baart, G.J.M.Suijkerbuijk,
H.Bensbach, A.v.d.Ven en H.de Bruijn.
Voorzitter: Pr.Vereist, het oudste lid in jaren van de raad.
Secretaris: J.J.Emonts, waarnemend secretaris.
De notulen worden opgemaakt door L.Hendriks, commies ter secretarie.
De Voorzitter opent de vergadering en geeft het woord aan de secretaris
die het openingsgebed uitspreekt en de aanwezigen hartelijk welkom
heet
De Secretaris deelt verder mede, dat in de vergadering van 4 septem-
ber 1962 door samenloop van omstandigheden een aantal vergissingen
zijn begaan. Zo zijn maar alleen de drie nieuwe leden beëdigd terwijl
dat bij de 4 herbenoemde leden is nagelaten. Uit de redactie van
artikel 45 van de gemeentewet blijkt, dat bij het aanvaarden van hun
betrekking door alle leden van de raad de in genoemd artikel voorge
schreven ambts-en zuiveringseed of belofte dient te worden afgelegd.
Het is twijfelachtig of alleen door de beëdiging van de drie benoemde
nieuwe leden en de aanwezigheid van alle raadsleden de vergadering van
gisteren wel als een vergadering k'an worden aangemerkt, en men er niet
van moet uitgaan, dat het geen raadsvergadering is geweest.
Het beste komt het hem voor om thans alle raadsleden te beëdigen en
de heren Vereist, Baart en Suijkerbuijk hun afgelegde ambts-en
zuiveringseed of belofte te doen herhalen.
De heer Baart vindt het overbodig en meent, dat het beperkt kan
blijven tot de 4 leden die gisteren niet beëdigd zijn.
De Secretaris kan de zienswijze delen als het een raadsvergadering
is geweest, maar hij merkt op, dat voor het houden van bedoelde ver
gadering minstens de aanwezigheid van de helft van het aantal raads
leden was vereist en het raadselachtige is of dat zulke wegens het
niet beëdigen van 4 raadsleden gisterenavond het geval is geweest.
De heer Baart merkt op, dat in bedoelde vergadering ook notulen
zijn vastgesteld.
De Secretaris antwoordt, dat dit ook niet goed is gebeurd en de vast
stelling in deze vergadering opnieuw moet plaatsvinden.
De heer Bensbach informeert hoe men tot een voorzitter is gekomen.
De Secretaris antwoordt, dat wegens vakantie de burgemeester onmogelijk
aanwezig kan zijn. Volgens de gemeentewet treedt in het geval van
ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis van de burgemeester, dan
het oudste lid in jaren van de raad, dat aanwezig is, als voorzitter
op. Aldus optredend als voorzitter en het raadslidmaatschap aan
vaardend, legt hij bij die aanvaarding, in eigen handen de voorge
schreven eden af, en beëdigt hij vervolgens de overige raadsleden.
De heer Suijkerbuijk vraagt of is aan te nemen, dat er gisteren geen
raadsvergadering is geweest, aangezien vereist is, dat eerst de raads
leden moeten worden beëdigd en men pas daarna als raadslid kan op
treden.
De Secretaris antwoordt, dat bij het aanvaarden van het raadslidmaat
schap eerst de voorgeschreven eden dienen te worden afgelegd, dat nu
in de handen van het oudste lid in jaren van de raad dient te ge
schieden en men niet voor de eedlegging als raadslid kan optreden.
De heer Suijkerbuijk merkt op, dat zijn vraag alleen bedoeld is om
vergissingen te voorkomen.
De heer van de Ven merkt op, dat het oudste lid in jaren van de raad
als voorzitter dient te fungeren.
De heer Suijkerbuijk vraagt of de eedaflegging door de voorzitter
in eigen handen kan.
De Secretaris antwoordt, dat het in overeenstemming is met het daar
omtrent bepaalde in de gemeentewet.