schieten. Volgens hem verlangen de arbeiders dat ook niet en ze hebben hem er ook nimmer om gevraagd. Hij vraagt, of Huijgen er zelf de arbeiders niet op heeft geattendeerd. Het raadslid Hui.jgen antwoordt ontkennend. Voorzitter zegt dat de oppervlakte van de gemeente niet zo geweldig groot is, terwijl er aan de Westkant weinig wordt ge werkt en aan de Oostkant, bij regenval van korte duur voldoende schuilgelegenheid is. Het raadslid de Bruijn meent, dat de arbeiders bij vrij lang durige regenval uit zichzelf wel naar de garage gemeentewerken komen. Wethouder de Clerck antwoordt, dat ze het verplicht zijn en ze dan binnenwerk kunnen doen. Hij merkt op, dat het hun niet behoeft te worden gezegd en ze het zo wel doen, waarvoor men niet moet vrezen. Het raadslid de Bruijn vraagt wanneer met de herbestrating in de Dionysiusstraat wordt begonnen. De Voorzitter antwoordt, dat hij morgen een bespreking met Ir.van Wijck van de Mabeg heeft. Hij kan het nu niet zeggen. Hij meent, dat het de bedoeling is, dat eerst provisorisch de wegen berijdbaar worden gemaakt en het herstraten later volgt en men ook maar een werk gelijk aanpakt. Het raadslid de Bruijn merkt op, dat de Dionysiuistraat slecht is en vraagt om er toch wel aandacht aan te schenken. Het raadslid de Bruijn informeert nog wanneer de 5 woningwet woningen aan de Schaepmanstraat kunnen worden betrokken. De Voorzitter denkt dat het nog wel even zal duren. Hij zegt dat er een waslijst van mankementen is, die door de heer Bekkers zijn geconstateerd. Via de architect is de aannemer verzocht om een en ander vóór 15 augustus a.s. te herstellen. Persoonlijk verwacht hij niet, dat het voor genoemde datum klaar zal zijn. Hij merkt op, dat er slordig is gewerkt. Het alles zal even tijd vergen maar hopelijk kan het toch in deze maand. Wethouder de Clerck vraagt hoever het staat met de kolentoeslag- regeling voor de ouden van dagen. De Voorzitter antwoordt, dat geen kolentoeslag in de zomer wordt verstrekt en het destijds in de raad tersprake gebrachte punt is overgeheveld naar Maatschappelijke zorg, waarvan de waarnemend voorzitter in deze vergadering tegenwoordig is. Hij vraagt of het punt reeds in overweging is genomen. Het raadslid Huijbrechts antwoordt bevestigend. De Voorzitter deelt mede, dat deze aangelegenheid dus wel rond komt. Administratief zal het ook wel geen moeilijkheden geven. Volgens hem is het nog zaak vah even overwegen en kan binnenkort het verzoek om subsidie-verhoging bij de gemeente aanhangig) iword en gemaakt Wethouder de Clerck merkt ten aanzien van het verlenen van sub sidie op, dat die wel beter mag gebruikt worden ondermeer bij de voetbalvereniging, die de netten maar aan de doelen laat hangen en die alzo een prachtig speelobject van de kinderen zijn. De Voorzitter antwoordt, dat de voorzitter van de voetbalvereniging op de publieke tribune zit en op de opmerking niet mag reageren maar er zeker aandacht zal aan schanken. Wethouder van de Ven merkt op, dat het misschien wel noodzakelijk is om de subsidie te verhogen voor een betere vergoeding voor de terreinknecht terwijl hij tevens wijst op, schade aan de grasmat die is veroorzaakt door de gemeentevrachtwagen. De Voorzitter vraagt wie van de vergadering nog het woord verlangt Geen der raadsleden verlangt meer het woord.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1962 | | pagina 62