Hij merkt op, dat geen begroting kan worden overgelegd. Gezien de vernielingen aan en bij de kleuterschool is er volgens hem, wel een bepaalde behoefte aan binding van de jeugd, dat ook als maat schappelijk opbouwwerk moet worden gezien. Hij stelt voor om een subsidie te verlenen van 10$ van de eigen inkomsten met een maximum van f.150,per jaar. Hij meent, dat men maar moet afgaan op de consequenties, dat minstens als een morele steun van de gemeente kan worden gezien. Het raadslid Bensbach zegt het initiatief zeer te waarderen. Daar er ook ouderen worden bijgetrokken en men in het verzoek spreekt van 170 leden vindt hij de contributie toch wel aan de minimale kant. De Voorzitter stelt, dat het 59 gezinnen zijn. Hij vraagt te subsidiëren met 10$ van de eigen inkomsten met een maximum van f.150,per jaar, welk laatste bedrag hij een veilig heidsklep noemt, en een prikkel is voor de vereniging om de eigen inkomsten te verhogen. Hij merkt nog op, dat alle contributie al uit de zak van de volwassenen komt. Het raadslid Bensbach blijft bij zijn standpunt, dat ean contribu tie van f.1,50 per maand en per gezin aan de minimale kant ligt, wat ook moeilijk ligt om in de toekomst te verhogen. Uiteraard heeft hij tegen de subsidiëring volgens het voorstel geen bezwaar maar vraagt toch te wijzen op het geringe contributie-bedrag. Het raadslid de Bruijn merkt op, dat op korte termijn door de buurtvereniging een uitstapje naar de Efteling wordt georganiseerd. De kosten van de volwassenen komen voor eigen rekening, vandaar dat dan ook de contributie op f.1,50 per gezin per maand is gesteld. De Voorzitter zegt het initiatief toe te juichen daar meestal de activiteiten van de buurtverenigingen zijn gedegradeerd tot teeravonden. Het raadslid de Bruijn antwoordt, dat eind van deze week sport wedstrijden voor de jeugd zijn gepland, terwijl ook aan het houden van een kindertoneeluitvoering wordt gedacht. De Voorzitter meent, dat het eenvoudiger lag als het jeugdwerk van de overige activiteiten gescheiden was, waarop beter subsidie normen kunnen worden gebaseerd, Hij vraagt om het voorlopig met het voorstel te proberen. Hij meent dat het terzijnertijd voor de vereniging ook mogelijk is om een begroting op te maken en over te leggen. Het raadslid de Bruijn zegt, dat het laatste zijns inziens na 1 jaar mogelijk is. Wethouder de Glerck zegt, dat er na een jaar niet veel meer van de buurtvereniging over zal zijn. Met het lage contributiebedrag kan er zijn inziens niet veel van terechtkomen. De Voorzitter meent, dat men ze een kans moet geven. Het raadslid Huijgen acht het belangrijk, dat ze voor de jeugd ook wat doen. De Voorzitter meent, dat een subsidie van 10$ van de eigen middelen zeker, aan de veilige kant ligt. Hij zegt over de hoofden van de vergadering heen de daartoe aange wezen personen in overweging te geven uit te zien naar voorbeelden van jeugdvorming elders in de lande. Hij merkt nog op, dat het echter een spel van vrije krachten is, en het niet als een taak van de gemeente mag worden gezien, welke het wel kan stimuleren. Zonder hoofdelijke stemming wordt uiteindelijk besloten tot het verlenen van een subsidie aan de betreffende buurtvereniging over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. Voors"t'e-L van burgemeester en wethouders tot vaststelling van de 11e wijziging van het algemeen ambtenarenreglement. De Voorzitter geeft op dit punt een korte toelichting.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1962 | | pagina 60