/met ver
ontschul
diging
voor deze
minder
prettige
vraag,
Het raadslid Huijgen vraagt of op dit werk niet wat beknibbeld kan
worden, zoals op zoveel andere dingen beknibbeld moet worden.
De ambtenaar. W. Bekkers antwoordt hierop, dat er niet veel te beknib
belen valt. Naar zijg. mening moet het uiterlijk ook wat hebben.
Het raadslid van Beeck acht een garage met een halfsteens muur voor
genoemde prijs wel erg duur. Hij vraagt vervolgens hoe deze kosten
worden gedekt. Voor het herstel van de serre kan naar zijn gevoelen
moeilijk een huurverhoging worden toegepast. Voor de garage zal dit
evenwel naar zijn gevoelen wel het geval zijn.
De voorzitter is ook van mening, dat voor de garage waarschijnlijk
een huurverhoging mogelijk zal zijn. Hij vraagt hieromtrent de me
ning van de ambtenaar W. Emonts.
De ambtenaar J. Hmonts deelt mede, dat de maximale huur van de ambts-
woning 12van het salaris bedraagt. Thans wordt deze maximale huur
nog niet betaald. Voigens de thans geldende regeling zal deze maxi
male huur waarschijnlijk in 1963 of 1964 worden bereikt. Voor de be
treffende verbetering kan inderdaad een huurverhoging van 10$ worden
toegepast. Zodra de maximale huur evenwel bereikt wordt, is een ver
dere huurverhoging niet meer mogelijk. Naar de mening van de spreker
kan het initiatief voor huurverhoging in het onderhavige geval beter
van Gedeputeerde Staten uitgaan, temeer nu de huur van de ambtswoning
nog niet definitief vaststaat.
Het raadslid Huijbrechts vraagt, of verbeteringen,
de maximale huur van 12$ is bereikt, geheel ten laste
aangebracht nadat
de gemeente
van
zullen komen.
De voorzitter bevestigt dit. Hij wijst er vervolgens nog op, dat de
huur thans 12$ van de wedde van burgemeester en secretaris bedraagt.
Komt er te zijner tijd een burgemeester, die niet tevens secretaris
is, dan zal de huur lager worden. In dat geval zal de gemeente even
eens voor ongedekte kosten staan. Voorts wijst hij er nog op, dat
een verzoek is gedaan om verlaging van de huur, op welk verzoek
thans wel spoedig een beslissing zal worden genomen.
Het raadslid de Bruijn vraagt,/of de bouw van de garage urgent is.
De voorzitter deelt hierop mede, dat hij zich persoonlijk wel weet
te redden. De garage van Openbare Werken is er evenwel niet voor het
stallen van personenauto's. De voorzitter is voorts van mening, dat
de ambtswoning niet voor hem pemoonlijk is, doch voor de burgemeester
van Putte. Nu de meeste burgemeesters over een auto beschikken, hoort
ook bij de ambtswoning van de burgemeester van Putte een garage, Zo
is ook de redenering geweest van het college van Burgemeester en
wethouders
Wethouder de Qlerck betoogt, dat de auto van de burgemeester niet
thuis hoort in de garage van openbare werken. Hij staat daar te veel
in de weg.
Wethouder van de Ven zegt, dat de berging toch veranderd moet worden.
Het is daarom het beste nu alles maar ineens ag te werken. Wanneer
de bouw van een garage er meteen wordt bijgenomen wordt het werk
voor een aannemer misschien aantrekkelijker.
Het raadslid Huijbrechts acht de prijs wel hoog.
Wethouder van de Ven zegt, dat het totale bedrag van ongeveer
18.000,- inderdaad hoog is. Het kleedgebouw van Excelsior was
wel ook hoog geraamd, en hiermede kan ondanks dat toch niet van
even-
de
grond gekomen
Wethouder xxh
Be ambtenaar W.
biy-
inschrij-
wil
worden.
de Vlerck vraagt, hoe het met dit kleedgebouw zit.
Bekkers antwoordt hierop, dat de aanmemers zich
ven beroepen op hun Bond. Van Put was indertijd de laagste
ver en hij wil dit werk niet opgeven.
Het raadslid de Bruijn zegt, dat dit wel te verwachten viel. Hij
hier echter geen oude koeien uit de sloot halen. Bovendien is deze
kwestie hier niet aan de orde.
Y/ethouder van de Ven betoogt, dat het herstel van de serre en de ver-|
nieuwing van de berging toch moet plaats vinden. Bij de besprekingen
hieraomtrent is toen ook de bouw van een garage naar voren gekomen.
Wanneer de bouw van een garage gelijktijdig met de andere werken ge
schiedt, wordt het voor de aannemers misschien aanlokkelijker
om
tp -i
Ov