n) Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 4 juli
1962 G.25.336, tot goedkeuring aankoop grond van de Erven
Petronella Gloots en Cons.)
o) Idem van 18 juli 1962 G.nr.29.065, tot aankoop grond met opstal
len van de Wed.L.F.Huijbrechts-Jorissen.
p) Idem van 25 juli 1962 G.nr.25.242, tot goedkeuring van het
raadsbesluit van 15 mei 1962 tot onderhandse aanbesteding van
de bouw van 6 woningwetwoningen;
q) Naar aanleiding van punt q van de ingekomen stukken betreffende
het schrijven van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant dd. 11
juli 1962 G.nr. 28925 deelt de Voorzitter mede, dat daarin G.S.
vraagt om de raad te horen of er bezwaar bestaat tegen het ont-
werp-besluit tot wijziging van het bezoldigingdbesluit wet
houders 1949 ten aanzien verhoging van de Kindertoelage en
kindertoeslag. Voor deze gemeente is de regeling van geen belang.
Hij stelt voor om alle ingekomen stukken voor kennisgeving aan
te nemen. Geen der raadsleden verlangt omtrent dit punt het woord
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
van de Voorzitter besloten.
Onderhandse aanbesteding verdere aanleg riolering in de Dorps-
straat
De Voorzitter deelt verder nog mede, dat de 2e begrotings
wij zTgTng~T9ü2, die betrekking heeft op de verdere aanleg van
Riolering in de Dorpsstraat door G.S. is goedgekeurden uit het
begeleidend schrijven blijkt, dat er bij G.S. in principe geen
bezwaar bestaat tot onderhandse aanbesteding van de riolerings
werken.
Hij merkt op dat indertijd bij de vaststelling van de 2e be
grotingswijziging 1962 wel over onderhandse aanbesteding is ge
sproken maar daartoe niet is besloten.
Hij stelt voor om thans tot onderhandse aanbesteding, met als
enigste inschrijver, de Fa.W.v.Vossen en Zn, te St.Annaland,
te besluiten, dat hij voor de zuiverheid van de administratie
ook gewenst acht.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
van de Voorzitter besloten.
Voorstel van burgemeester en wethouders tot voorlopige vaststelling
van de gemeenterekening 1959 en de rekening van baten en lasten
van het gemeentelijk woningbedrijf voor het boekjaar 1959.
De Voorzitter geeft voorlezing van het rapport, dat door de
raadscommissie van onderzoek is uitgebracht.
Hij deelt verder mede, dat de hoofdzaak is, dat wordt geadviseerd
om de gemeenterekening 1959 en de rekening van baten en lasten van
het gemeentelijk woningbedrijf voor het boekjaar 1959, overeen
komstig de aangeboden concept-rekeningen voorlopig vast te stellen.
Hij merkt op dat er een viertal opmerkingen zijn' en noemt de
subsidiëring de administratieve zekerstelling, nota's waaruit niet
blijkt welke werkzaamheden zijn verricht; de nota P.v.Aerde; en
de opmerking ten aanzien van de kosten ambtswoning van de
burgemeester.
Hij meent, dat het ten aanzien van de subsidiëring en de ambts
woning van de burgemeester het verstandigste is daarover een be
slissing te nemen in de komende zittingsperiode van de nieuwe raad.
Omtrent de onvolledige of onduidelijke nota's voelt hij zich niet
in staat een toelichting te geven.
Hij vraagt de secretaris of die een en ander nader kan toelichten.
De Secretaris deelt mede, dat de ontbrekende nota's aan de mandaten
wellicht betrekking hebben op werkzaamheden die in groot bestek
zoals de verbouwing van het gemeentehuis, de ambtswoning van de
burgemeester en de afrastering in de Julianastraat