nieuwe plannen in behandeling zijn. Hij stelt voor
het G.S. niet moeilijker te maken, omdat het later op
nieuw aan de orde zal komen en tot intrekking van de be
treffende begrotingswijzigingen 1961 te besluiten, dat
ook als een zuiver administratieve behandeling is te
zien.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders tot intrekking
van de 28e en 29e begrotingswijziging 1961 besloten.
XX. Onderzoek geloofsbrieven en toelating van de op 30 mei
1962 tot lid van de raad benoemde leden.
Door de Voorzitter worden overeenkomstig het bepaalde
in artikel 1 van het reglement van orde van de raad de
raadsleden Adr.Huijgen, M.C.v.Beeck en Pr.Huijbrechts
als lid van de commissie van onderzoek der geloofs
brieven aangewezen. Hij verzoekt de aangewezen raads
leden tot het onderzoek van de geloofsbrieven over te
gaan waarvoor hij de vergadering voor de duur van het
onderzoek schorst.
Met assistentie van de Secretaris worden de geloofs
brieven van A.J.P.M.v.d.Ven, Pr.HuijbrechtsH.de Bruijn,
Pr.Vereist, H.Bensbach, G.J.M.Suijkerbuijk en van
D.Baart door de aangewezen commissie onderzocht.
Ha het onderzoek heropent de Voorzitter de vergadering
en verzoekt aan het raadslid Huijbrechts mondeling ver
slag van het onderzoek der geloofsbrieven uit te brengen.
Het raadslid Huijbrechts deelt mede, dat alle onder
zochte geloofsbrieven in orde zijn bevonden.
De Voorzitter zegt de Commissie dank voor het verrichte
onderzoek en stelt aan de vergadering voor om tot de
toelating tot lid van de raad van de op 30 mei 1962
benoemde leden te besluiten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
voorstel van de Voorzitter besloten.
XXIVoorstel van burgemeester en wethouders tot verkoop
perceel grond aan de Grensstraat aan de Fa.H.Dijk.
De Voorzitter geeft op dit punt een uitvoerige toe-
li chtTngTTrTj-"deelt mede, dat met medewerking van de
Prov.Plan.Dienst het grondprobleem voor de Pa.Dijk was
opgelost. Genoemde Dienst heeft er het ontwerp-uit-
breidingsplan zelfs voor gewijzigd en midden op het
perceel aan de Grensstraat plaats ingeruimd voor het op
richten van de opslagloods waarover ook de Inspecteur
van de Dienst Invoerrechten en Accijnzen, de heer Simons
te Roosendaal, is geraadpleegd. Het meest wonderlijke
noemt de Voorzitter nu van de heer Sloven te horen, de
uitlating van de douane, dat ze de bouw van de opslag
loods ter plaatse niet verbieden kan. De Heer Sloven
vindt het echter weinig aantrekkelijk om datgene te
doen wat wel mag maar men toch niet graag ziet.
De Heer Sloven heeft gevraagd om wel in principe tot
verkoop van de grond te besluiten hoewel hij toch liever
over een ander terrein wil komen praten. Hij deelt
verder mede, dat de Postbaan ook geen uitkomst o-eeft,
omdat uit een schrijven van de Prov.Plan.Dienst blijkt,
dat het oprichten van een opslagruimte langs de Post
baan ongewenst is, enerzijds omdat 'het beoogde bouw
perceel is gelegen in het gebied, dat voor latere uit
breiding is bestemd en thans nog niet kan worden beoor-