De voorzitter deelt mede, dat hij zich hierin niet heeft verdiept.
De huur van de ambtswoning is gebonden aan wettelijke bepalingen.
Het is maar de vraag of het hier onderhoud betreft of verbetering.
Het raadslid de Bruijn deelt nogmaals mede, dat hij van dpéieerprijs
is geschrokken.
De voorzitter antwoordt hierop, dat deze hogere prijs bijna ongeloof
lijk is, doch dat tegenwoordig alles geld vraagt.
Het raadslid Hui.igen vraagt nog, of van de materialen van de huidige
serre nog iets gebruikt kan worden.
De ambtenaar W. Bekkers deelt mede, dat wanneer het dakje droog is
gebleven, het balklaagje misschien nog dienst kan doen. De overige
materialen zijn doorversleten.
Het raadslid Huijgen Vraagt waarom met dit herstel zo lang is gewacht
Spreker betoogt, dat de hoge kosten mede zijn te wijten aan het lan
ge wachten.
De ambtenaar W. BakKers antwoordt hierop, dat de serre een jaar ge
leden ook al totaal versleten was.
Het raadslid Huijgen vraagt, waarom een jaar geleden de kosten zo
laag waren.
De ambtenaar tf. Bekkers zegt, dat hij van het betreffende werk een
bestek heeft opgemaakt. De oorspronkelijke begroting was samengesteld
aan de hand van de tekening alleen. Bij het opmaken van een bestek
komen er altijd kosten te voorschijn, waarmede men eerst geen reke
ning heeft gehouden. De meerprijs is dan ook gebleken toen aan de
hand van het bestek een begroting werd opgemaakt.
Het raadslid van Beeck deelt mede, dat de laatste weken inRoosendaal
huizen zijn aanbesteed voor 13*000,- per stuk. In vergelijking met
deze prijs acht hij de prijs voor het onderhavige werk zeer hoog.
De ambtenaar W. Bekkers antwoordt hierop, dat de aannemers thans al
scherper inschrijven, omdat de bouwstop reeds zijn invloed doet gel
den.
Hierna volgt er tussen de raadsleden van Beeck en Hui]brechts een
discussie omtrent de aard van de woningen in Roosendaal, waarop het
raadslid van Beeck heeft gedoeld.
De voorzitter constateert, dat men afdwaalt. Hid vraagt of iemand
nog een nadere toelichtihg wenst.
Geen der raadsleden verlangt nog het woord. Door geen der raadsleden
wordt stemming verlangd, zodat de 28e begrotingswijziging 1961 zon
der hoofdelijke stemming overeenkomstig het aangeboden concept wordt
vastgesteld
Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde de bouw van een garage
met berging aan de ambtswoning van de burgemeester.
De voorzitter verleent het- woord aan de ambtenaar-W. Bekkers.
De ambtenaar W. Bekkers zet uiteen, dat de bestaande berging bij de
ambtswoning van de burgemeester zeer slecht is en dat deze berging
hoog nodig dient te worden vervangen. De bestaande berging is op ge-
trokken van betonplaten. De nieuwe berging zal worden opgetrokken
van baksteen met een dak van asbest—cement—golfplaten. Voorts zal er
bij de ambtswoning een garage worden gebouwd. Thans bezit de ambts
woning geen garage.
Het raadslid de Bruijn vraagt naar dé afmetingen van de garage en
berging. De ambtenaar W. Bekkers licht dit nader toe.
Het raadslid van Beeck vraagt naar het ramingsbedrag.
De ambtenaar W. Bekkers deelt mede, dat dit 6.450,- bedraagt.
Het raadslid van Beeck vindt dit bedragerg hoog.
De ambtenaar W. Bekkers zegt, dat het niet goedkoper kan.
Het raadslid van Beeck acht het geheel groots van opzet.
De ambtenaar tf. Bekkers licht toe, dat mede uit architectonisch oog
punt de opzet verantwoord is.
Het raadslid Huijgen vraagt welke deur in de gerage wordt geplaatst.
Wanneer de ambtenaar Bekkers mededeèlt, dat dit een z.g."kantel-
deur" wordt, brengt het raadslid Huijgen naar voren, dat een rolluik
goedkoper zal zijn. De ambtenaar Bekkers betwijfelt dit.