- 14 -
Hij vraagt of de vergadering zich met een an_ander kan
verenigen. Hij merkt nog op, dat de riolering wel in de weg komt,
daar die later anders dient te worden opgebroken, maar de woning
wetwoningen nog niet kunnen worden aangesloten.
Wethouder van de Ven vindt het ook het beste om het zo te
doen.
De Voorzitter vraagt de vergadering om het laatste over te
willen laten aan B W. Zoals hij het globaal ziet, is er ook
de mogelijkheid om de riolering in de berm van de weg te leggen
waardoor men de riolering thans uit het werk kan lichten waarmee
men een bedrag van f.2000,in de zak kan houden.
Het raadslid Huijbrechts merkt op, dat dan geen rekening
met de riolering bij de kosten bouwrijpmaken wordt gehouden.
Het raadslid Huijgen vraagt of er een asfalt of klinker
bestrating komt.
De Voorzitter antwoordt, dat het een klinkerbestrating
wordt en een asfaltwegdek niet in de bebouwde kom gewenst is.
Geen der raadsleden verlangt verder over dit punt het
woord. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders tot de vaststelling van de
6e begrotingswijziging 1962 en de 2e wijziging van de begroting
1962 van het grondbedrijf besloten.
XVII. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onderhandse aanbe
steding van de aanleg van parkeerstroken en het plaatsen van
een urinoir in de Julianastraat
De Voorzitter geeft op dit punt rrn nadere toelichting en
vraagt of het raadslid de Bruijn zich ook tegen deze onderhandse
aanbesteding uitspreekt.
Het raadslid de Bruijn antwoordt ontkennend en zegt, dat
het hier anders ligt en wegenbouw betreft. Hij vraagt in het
bestek de ca.o-regeling die geldt voor het bouwbedrijf op te
nemen.
De Voorzitter heeft daar geen bezwaar tegen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt met -het voorstel van burgemees
ter en wethouders tot onderhandse aanbesteding van het werk
aan de Pa. W.v.Vossen Zn. akkoord gegaan.
XVIII. Voorstel van burgemeester en wethouders tot de vaststelling
van de 33e begrotingswijziging 1961 (honorarium Klokke)
De Voorzitter geeft op dit punt een nadere toelichting.
Hij deelt mede, dat door de stedebouwkundige Ir.Klokke een
declaratie is ingediend voor verrichte werkzaamheden ten behoeve
van het uitbreidingsplan in hoofdzaak, die volgens verkregen
advies van Bouwtoezicht West-Brabant akkoord werd bevonden. Toen
Klokke navraag omtrent de betaling van zijn declaratie deed,
is hem medegedeeld, dat de gemeente geen begrotingspost beschik
baar had en een en ander aan hemzelf te wijten was, omdat nimmer
een kostenopgave van hem werd ontvangen. Ir.Klokke heeft zich
vervolgens gewend tot het provinciaal bestuur, waarmee hij zich
volgens de Voorzitter flink in de vingers heeft gesneden. Door
de P.B.d. is de declaratie namelijk nader bekeken en werden alleen
de gedeclareerde bedragen betreffende het opgemaakte uit
breidingsplan in hoofdzaak en het opgemaakte rooilijn-voorstel
van het verkeersplein akkoord bevonden. Hij deelt mede, dat het
gedeclareerde bedrag ad.f.3200,betreffende het uitbreidings
plan in onderdelen te hoog ligt en de P.P.D. dit nader op een
bedrag van f. 2000,-- stelt. De Heer Klokke heeft voorgesteld
om het verschil te delen waar de Voorzitter niets voor voelt
en zegt, dat Klokke kan krijgen waar hij recht op heeft.