De Voorzitter brengt daarna artikel 5 in stemming. Wethouder
v.d.Ven en de raadsleden de Bruijn en Huijbrechts stemmen tegen
en de raadsleden Huijgen, van Beeck, Bensbach en wethouder de
Clerck voor.
De Voorzitter geeft vervolgens voorlezing van de artikelen
6, 7, 8, 9» 10, 11 en 12 van de concept-verordening en vraagt wie
stemming verlangt. Geen der raadsleden verlangt stemming.
Na voorlezing van artikel 13 van de concept-verordening ver
klaart het raadslid Huijgen zich tegen het artikel.Hij vindt
2 betalingstermijnen te weinig.
De Voorzitter merkt op, dat de termijnen 6 maanden uit elkaar
liggen.
Het raadslid Huijgen ziet liever meer betalingstermijnen.
De Voorzitter vraagt hoe er de andere raadsleden over denken
en in hoeveel termijnen.
Het raadslid Huijgen stelt in 4 termijnen.
Het raadslid Bensbach vraagt of dat geen administratieve be
zwaren geeft.
De Voorzitter antwoordt ontkennend en zegt, dat de betalings
termijn kan gesteld worden op 8 maanden.
Hij vraagt wie van de raadsleden het ingediende amendement van
het raadslid Huijgen steunt.
De raadsleden Bensbach, Huijgen en wethouder de Clerck zijn
voor en wethouder van de Ven, en de raadsleden van Beeck, Huijbrecht*
en de Bruijn tegen, zodat het amendement met 4 tegen 3 stemmen
wordt verworpen.
De Voorzitter geeft daarna voorlezing van de artikelen 14, 15
en 16 van de concept-verordening en vraagt wie van de raadsleden
stemming verlangt. Geen der raadsleden verlangt stemming.
De Voorzitter deelt mede, dat hiermede dit agendapunt is afge
werkt en het voorstel van burgemeester en wethouders is aangenomen.
Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van de
4e begrotingswijziging 1962 (inrichten kantoor technische dienst)
De Voorzitter geeft op dit punt een nadere toelichting.
Hij deelt mede, dat binnenkort de ambtenaar van Bouwtoezicht
twee en halve dag in Putte zal gaan werken. De inrichtingskosten
van het kantoor worden gedeeltelijk door de Kring en gedeeltelijk
door de gemeente waarvoor diensten worden verricht gedragen.
Hij zegt, dat in overleg met Bouwtoezicht en de heer Bekkers
de inrichting voor het kantoor is bekeken en de kostenraming is op
gemaakt. De ten laste van de gemeente komende inrichtingskosten
belopen f.1900,
Hij vraagt wie van de vergadering over dit punt het woord ver
langt
Het raadslid de Bruijn zegt, dat hij bij de betreffende uitgave-
post op de begroting 1962 zijn bezwaren heeft kenbaar gemaakt.
Hij meent, dat de Dienst Bouwtoezicht toch de gemeente wel veel
geld gaat kosten. Hij vraagt ds of de Voorzitter de inrichtings
kosten noodzakelijk acht.
De Voorzitter vindt persoonlijk van wel als men de personeels
lasten in aanmerking neemt en acht de kosten van ongeveer f.600,
per jaar verantwoord.
Het raadslid Huijbrechts informeert of door de Kring Bouwtoe
zicht niet in de kosten wordt bijgedragen.
De Voorzitter merkt op, dat het uitsluitend kosten voor de ge
meente zijn.