- 6 - De Voorzitter antwoordt, dat de politie in de regel alleen tegen bedoelde maatregel optreedt als het gemeentebestuur er om heeft verzocht. Het raadslid Huijbrechts meent, dat het dan toch wel gewenst is om via een kennisgeving van B W de ingezetenen te verzoeken om aan de betreffende bepaling de hand te houden. De Voorzitter zegt, dat hij het bewuste artikel 100a met ge noegen uit de wijziging wil lichten. Het raadslid Huijbrechts zegt, dat het hem bevreemdt, dat het destijds terug genomen artikel terug in de vergadering komt. De Voorzitter zegt, dat de fout bij hem ligt en hij van een vroegere behandeling niets afwist. Het raadslid de Bruijn zegt, dat het voor man en vrouw die 's morgens uit werken gaan, dat hier veelvuldig voorkomt, de tijdige verwijdering van de vuilnisvaten onmogelijk moet worden geacht en niet anders dan 's avonds bij hun thuiskomst kan De Voorzitter stelt voor om artikel 100a uit de concept wijziging te schrappen. Bij excessen kan men het later altijd nog invoegen. Zonder hoofdelijke stemming wordt tot wijziging van de algemene politieverordening, met schrapping van artikel 1ooa, overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. XIVoorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van de 32e begrotingswijziging 1961 (lonen en salarissen) De Voorzitter geeft op dit punt een nadere toelichting. Hij deelt mede, dat de wijziging verband houdt met het overschrijden van de 2000 inwoners. Hij vraagt aan de heer Emonts welk bedrag daarmee is gemoeid. De heer Emonts noemt een bedrag van f. 10.740,29 inclusief sanering Pensioenfonds. Geen der raadsleden wenst nadere toelichting of verlangt het woord. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en volgens de aangeboden concept wijziging tot de vaststelling van de 32e begrotingswijziging 1961 besloten. XIIVoorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van een verordening op de heffing en invordering van een rioolbe lasting. De Voorzitter geeft op dit punt een uitvoerige toelichting, waaruit blijkt, dat de gemiddelde belastingopbrengst op f.35, per perceel komt te liggen. Hij vraagt de secretaris welk bedrag er van de in uitvoering zijnde rioleringswerken ten laste van de Gewone Dienst van de gemeente komt. De Secretaris noemt een bedrag van f.110.000, De Voorzitter merkt op, dat maar de helft van de lasten die op de Gewone Dienst van de gemeente drukken worden verhaald en de andere helft men als 11 ware cadeau krijgt van een berooide ge meente. Hij vraagt tenslotte wie van de raadsleden het woord over dit punt verlangt. Het raadslid Huijbrechts vindt het onbegrijpelijk, datvde vast stelling van deze verordening aan de orde komt. Omtrent de juiste financiële regeling is hem niets bekend. Wat de belasting op zich betreft meent, hij, als hij goed georienteerd is, dat die door een belastingambtenaar is vastgesteld. De Voorzitter vraagt wie als belastingambtenaar wordt bedoeld en mekkt op, dat het hier de kadastrale belastbare opbrengst volgens de grondbelasting betreft.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1962 | | pagina 35