Het raadslid v.Beeck zegt, dat de gronden van zijn houtbedrijf niet onder toezicht en beheer van de firma staan. De Voorzitter zegt, dat het de juristen het wel uitzoeken. Hij vindt de koopprijs van f.1,per m2. van de grond aan trekkelijk. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot de aankoop van de grond voor de totale prijs van f. 1240, Voorstel van burgemeester en wethouders tot de 6e wijziging van de algemene politieverordening. ■^e Voorzitter geeft voorlezing van het prae-advies van B W alsmede van de artikelen van de wijzigingsverordening. Hij deelt verder mede, dat de artikelen zijn overgenomen van de model-politieverordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten terwijl ten aanzien van artikel 101a rekening is ge houden met de richtlijnen veEvat in de circulaire van de Ministe van Binnenlandse Zaken met betrekking tot het oprichten van nertsenfokkerijen. Ook is daarbij rekening gehouden met het geval Beens. Door de opneming van het artikel kan volgens hem in redelijke mate tegemoet worden gekomen aan bezwaren van de omwonenden. Het raadslid Huijgen merkt op, dat men volgens artikel 101 binnen de bebouwde kom binnen een afstand van tien meter van de weg geen pulp en mesthopen mag aanleggen en hebben waardoor men volgens hem verplicht wordt om de varkens op te ruimen. De Voorzitter antwoordt, dat het houden van varkens in de kom alleen betrekking heeft voor het door B W te bepalen gebied, waarvoor het houden van varkens bepaald hinderlijk kan worden geacht, wat ondermeer het geval kan zijn bij een dichte be bouwing en in nieuwe woonwijken. Hij zegt, dat het betreffende artikel zo in de gemeente Woensdrecht wordt gehandteerd. Hij merkt op, dat de typische burger geen varken meer houdt. Tevens kunnen B W waar het niet in strijd is met de stedelijke aard vrijstelling verlenen. Z.i. moet aan een landbouwer die met zijn bedrijf gevestigd is in de bebouwde kom vrijstelling worden verleend omdat je die niet onevenredige schade mag be rokkenen en de rechter kan gelasten om de daartegenover getrof fen aktie achterwege te laten.Hij wijst nog op het rechtsbestel in Nederland, dat nogal "safe" ligt. Het raadslid Huijgen merkt op, dat er dus in het net altijd wel een maas is waar men door kan. De Voorzitter antwoordt, dat een en ander steeds met recht en redelijkheid is te hanteren. Het raadslid Huijbrechts vraagt hoe het aanleggen of hebben van pulpkuilen en mesthopen buiten de bebouwde kom ligt. De Voorzitter antwoordt, dat het daar vrij is aangezien men de landbouw niet onnodig mag dwarszitten. Het raadslid de Bruijn merkt ten aanzien van art. 100a op, dat het genoemd artikel, dat betrekking heeft op het plaatsen en verwijderen van huisvuilvaten in een vroegere vergadering reeds ter sprake is geweest en toen niet is overgenomen. De Voorzitter antwoordt, dat het met de toepassing van het artikel in de praktijk meevalt. Hij zegt, dat hem van een vroegere behandeling in de raad niets bekend was en als het reeds ter sprake is geweest artikel 100a wil schrappen. De handhaving van het artikel ligt volgens hem als men moet optreden tegen excessen wel prettig. Het raadslid Huijbrechts meent, dat men door eigemachtig op treden van een politieman die proces-verbaal opmaakt met de moeilijkheden zit.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1962 | | pagina 34