h) Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van
25 april 1962 G.nr. 22.324 tot aankoop van grond van Ma.
Hendriks e.a. (Hogenbergdreefen
i) Schrijven van N.V.Intergas te Oosterhout van 28 maart 1962,
inzake toetreding van deze gemeente tot N.V.Intergas
De Voorzitter doet verder mededeling van de navolgende niet op de
agenda vermelde later ingekomen stukken:
j) Schrijven van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van
2 mei 1962 G.nr. 21.527, houdende mededeling, dat met de
bij raadsbesluit van 20 maart 1962 vastgestelde wijziging
van de vergoedingsregeling voor het brandweerpersoneel,
wordt ingestemd;
k) Schrijven van de Minister van Verkeer en Waterstaat van
10 mei 1962 nr. 26184 Afd.W.R., houdende toezending van
een afschrift van het Koninklijk Besluit van 26 april
1962 nr.53, tot erkenning van het openbaar belang van
rioleringswerken die door deze gemeente zijn of worden
ondernomen;
1) Schrijven van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van
2 mei 1962 G.nr.7500a, houdende toezending van de goedge
keurde gemeentebegroting 1962, met de daarbij behorende
begrotingen 1962 van de aangewezen takken van dienst,
alsmede van een tweetal wijzigingsbesluiten.
De Voorzitter doet voorlezing van het schrijven, waaruit blijkt,
dat bij volgnummer 300 sub b G.S. er in verband met de minder
gunstige begrotingspositie de voorkeur aan geven om de storting
in de reserve "dekking nadelige verschillen bij verkoop en taxatie"
voor 1962 achterwege te laten.
Bij volgnummer 261 merken G.S. op, dat bij de berekening
van de garantie-uitkering de telling van het sub-totaal I f.3000,
te laag is gesteld tengevolge waarvan de uiteindelijke garantie
uitkering f.3000,te hoog is geraamd en waarvan wijziging wordt
verzocht
De Voorzitter deelt mede, dat de mistelling een beetje
een domper geeft op de verwachtingen en het begrotingstekort daar
door f.3000,hoger wordt. Hij merkt op. dat het schrijven van
G.S.sinds kort is ontvangen en het college van B W er nog geen
studie heeft van kunnen maken. Hij zegt toe, in de eerstvolgende
vergadering de raad uitvoeriger te zullen inlichten en bekeken zal
worden hoe men de consequenties te boven kan komen. Hij wijst er
nog op, dat tengevolge van een en ander de goedkeuring van de 2e be
grotingswijziging 1962, die betrekking heeft op de verdere aanleg
van de riolering in de Dorpsstraat, stagneert. Hij stelt voor
om de eerste afdoening aan B W over te laten, en alle ingekomen
stukken voor kennisgeving aan te nemen. Geen der raadsleden ver
langt met betrekking tot dit punt het woord. Zonder hoofdelijke
stemming wordt overeenkomstig het voorstel van de Voorzitter be
sloten.
Beëediging 2e waarnemend secretaris.
De Voorzitter vraagt de instemming van de vergadering
voor de beeediging van de heer L.Hendriks, commies ter
secretarie, als 2e waarnemend secretaris. De vergadering
verklaart zich daarmee akkoord.
In de handen van de Voorzitter legt de heer L.Hendriks
vervolgens de in artikel 107 en in artikel 71 der Ge
meentewet voorgeschreven benoemings-en zuiveringseed af.
De Voorzitter feliciteert de heer Hendriks met zijn be
noeming, die het college van B W dank zegt voor zijn
benoeming en het in hem gestelde vertrouwen.