Wethouder de Clerck antwoordt, dat de arbeiders soms vuilnis-
vaten met vier man op de auto moeten tillen, wat hij zelf heeft
gezien. Met de vuilnisemmers wordt fatsoenlijk omgegaan. Hij
denkt, dat de arbeiders de opmerking niet prettig zullen vinden.
De Voorzitter merkt op, dat in de gemeente Woensdrecht een
en ander met betrekking tot de te gebruiken vuilnisemmers in de
algemene politieverordening is geregeld.
Wethouder de Clerck stelt, dat de gemeentearbeiders goed
medewerken en zelfs vuilnisemmers achter bij de mensen ophalen.
Op de opmerking van het lid de Bruijn zal hij de arbeiders wijzen
De Voorzitter merkt op, dat wat onredelijk is, niet verlangd
mag worden van de gemeentearbeiders.
Wethouder de Clerck zegt, dat er weinig klachten zijn en de
gemeentearbeiders heus niet onwillig zijn. Hij merkt ook nog op
dat voor het vermijden van beschadigingen van de vuilnisemmers
aan de vrachtwagen voorzieningen zijn getroffen.
De Voorzitter meent, als het niet noodzakelijk is, het beter
is de arbeiders niet op een en ander te wijzen.
Niets meer aan de orde zijnde sluit de Voorzitter de ver
gadering en wordt overgegaan in besloten zitting.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Putte NB. op. S IJ*»*-
De Secretaris, De Voorzitter,
wnd.