- 11 -
XIII. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling
van een regeling inzake het verstrekken van hypotlïecaire
geldleningen aan ambtenaren.
De Voorzitter geeft voorlezing van het schrijven van
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant dd. 14 februari
1962 G.nr. 11506, houdende opmerkingen betreffende de bij
raadsbesluit van 8 december 1961 vastgestelde financierings
regeling huisvesting ambtenaren. G.S. merken op, dat vol
gens de vastgestelde regeling geldleningen zmllen worden
verstrekt bij besluit van B W en de gemeentewet de
delegatie van een dergelijke bevoegdheid niet kent.
Zij achten deze oplossing slechts dan aanvaardbaar, wan
neer het nemen van dergelijke besluiten als uitvoering
van deze regeling kan worden aangemerkt.
Hoewel zij zich tegen die opvatting niet willen verzet
ten beschouwen G.S. het wel als een bezwaar, dat als
gevolg daarvan hun preventief toezicht op de leningsbe-
sluiten geheel komt te ontbreken.
G.S. delen mede, dat zij aan de onderhavige regeling
slechts goedkeuring kunnen verlenen, wanneer in de
regeling uitdrukkelijk wordt bepaald, dat de door B W te
nemen besluiten aan de goedkeuring van G.S. zullen
worden onderworpen.
De Voorzitter stelt, dat het nemen van dergelijke be
sluiten gezonder bij de raad ligt en zegt, dat de K.A.B.O.
zich met het nieuw ontwerp-besluit kan verenigen terwijl
A.R.K.A. de opmerkingen van G.S. aanvechtbaar acht.
Hij vindt het beter om daarover met G.S. niet te gaan
kibbelen en stelt voor om tot de vaststelling van een
nieuwe regeling overeenkomstig de wensen van G.S. en
volgens het aangeboden concept te besluiten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen
volgens het voorstel van burgemeester en wethouders tot
de vaststelling van een nieuwe financieringsregeling
besloten.
XIV. Rondvraag
Het raadslid Huijgen merkt op, dat burgemeester Stuy ziek
is en vraagt om hem van gemeentewege een fruitmand te
zenden.
De Voorzitter zegt toe het in B W te bespreken en
verder af te werken.
Het raadslid de Bruijn vraagt of er al iets bekend is van
het ontwerp-ruitbreidingsplan.
De Voorzitter antwoordt, dat er met ongeduld door B W
wordt op gewacht.
Bij een bespreking op 12 febr. j.l. is hem op de P.P.D.
verteld, dat het ontwerp-uitbreidingsplan binnen 3 weken
bij G.S.zou zijn. Hij meent, dat het dus een dezer dagen
kan worden verwacht en het dan nog binnen de toegezegde
termijn blijft. Of het echter kortelings komt is echter
volgens hem vers twee.
Het raadslid de Bruijn zegt, dat het nu wel hoog tijd
wordt, omdat eerf+ 3s toegezegd begin januari en het
nu bijna april is.
Het raadslid de Bruijn heeft gehoord, dat er met de vuil
nisvaten nogal hardhandig wordt omgesprongen. Hij vraagt
om de gemeentearbeiders op het hart te drukken om er
wat kalmer mee om te gaan.