Het verlenen van een dergelijke vergoeding acht de voorzitter billijk
Het raadslid de Bruijn betoogt, dat de raad ofwel moet besluiten de
betreffende ambtenaar een vergoeding te geven, ofwel moet besluiten
in het vervolg geen koffie meer tijdens de raadsvergaderingen te ver
strekken.
Het raadslid Huijgen zegt, dat de ambtenaar daarvoor betaald moet wor
den. Niemand laat de ..offie immers staan.
De voorzitter formuleert het voorstel van burgemeester en wethouders
nu als volgt:
a. de notulist zal in ae toekomst voor elke vergadering een vergoe
ding krijgen van 25,-, mits de notulen in de vrije tijd worden
uitgewerkt en de uitwerking van de notulen plaats vi&dt binnen
acht dagen na de raadsvergadering;
b. burgemeester en wethouders zullen op basis van de vergoeding voor
overuren een regeling treffen voor een ver0oeding te verstrekken
aan de ambtenaar, belast met het verstrekken van koffie e.d. tij
dens da raadsvergaderingen.
Geen der raadsleden verlangt terzake nog het woord. Zonder hoofdelij
ke stemming wordt besloten het voorstel van burgemeester en wethouder
aan te nemen.
Het raadslid Bensbaoh brengt naar voren, dat er in Putte dringend be
hoefte bestaat aan een regeling met betrekking tot het schoonhouden
van schoorstenen. In Putte is er geen enkele inrichting, die dit kan
verzorgen. Spreker vraagt op welke wijze hierin kan worden voorzien.
De voorzitter zegt, dat ieder inwoner hier zelf zorg voor moet dragen
De brandweercommandant moet toezien, dat de schoorstenen geregeld
worden geveegd. Als men geen andere oplossing weet, zou de brandweer
desnoods, tegen betaling van een vergoeding, voor het vegen van
schoorstenen zorö "kunnen dragen.
Het raadslid Bensbach acht het een tekortkoming voor Putte, dat deze
zaak niet geregeld is.
De voorzitter zegt toe, dat alle inwoners er op zullen worden geatten
deerd, dat ze aan de verplichting tot het schoonhouden der schoorste
nen moeten voldoen. Bij moeilijkheden zullen de inwoners desnoods
een beroep kunnen doen op de brandweer. Zij, die nalatig zijn, om aan
genoemde verplichting te voldoen, moeten vervolgd kunnen worden.
Het raadslid Huijgen verzoekt om bij het afscheid van de brandweer
commandant op zaterdag 16 december 1961 gezamelijk naar de zaal te
gaan. De voorzitter vraagt hierover het oordeel van de raad.
Afgesproken wordt, "dat de raad uiterlijk kwart voor twee ten gemeen
tehuize bijeen zal komen en van daaruit gezamelijk naar de zaal zal
worden gegaan.
17. Sluit in,
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voorzitter de vergadering van
de raad met gebed.
Aldus vastgesteld in de openbare raads
vergadering van
De raad voornoemd.
De wethouder,