Bij een stemming met gesloten briefjes worden op F. Huijbrechts 4 stemmen uitgebracht en op H. de Bruijn 2 stemmen, terwijl één stem blanco is. Be voorzitter constateert, dat de neer F. Huijbrechts is benoemd. Het raadslid Huijbrechts dankt de heren voor het in hem gestelde ver trouwen. Hij deelt mede, dat hij de benoeming aanneemt. 14. Voorstel van burgemeester en wethouders tot verkoop van een per ceel grond langs de Dorpsstraat aan B.J. van linden en G.G.J. van linden. Be voorzittér deelt mede, dat burgemeester en wethouders voorstellen aan de heren PJvan linden en G.C.J. van linden te verkopen een ge deelte van het perceel sektie C 839 langs de Borpsstraat. Be betref fende grond is nog niet lan^ eigendom van de gemeente. Be neer P.J. van linden werd reeds een half jaar geleden de huur opgezegd. Hij heeft eerst uitgezien naar een andere woning. Nu heeft hij evenwel het plan om zelf te bouwen. Burgemeester en wethouders hebben gemeend dit voorstel nu nog in de raad te moeten brengen, om te voorkomen, dat de achterstand, welke van linden nu al heeft, niet nog groter wordt. Op verzoek van de voorzitter licht de secretaris de berekening van de prijs en het over te dragen gedeelte nader toe. Het raadslid van Beeck vraagt of het wel verantwoord is, dat de ge meente aan de achterzijde ïsk een perceel in eigendom blijft houden. Het raadslid Huijbrechts is van mening dat de gemeente op dit perceel een verliespost heeft van 1.750,-. Voor deze 1.750,- behoudt de gëmeente 350 m2 grond. Spreker vraagt zich af, wat voor waarde deze Orond nog voor de gemeente heeft. Be voorzitter maakt zich over dat perceel aan de achterzijde weinig zorgen. Beze grond is naar zijn mening absoluut niet waardeloos. Het raadslid Huijbrechts betoogt, dat de grond toch been 1.750,- waard is Be voorzitter is van mening, dat deze grond als bouwgrond toch wel die waarde bezit. Het raadslid Huijbrechts vraagt of de kopers dit gedeelte er niet bij kunnen kopen, te meer nu dit perceelsgedeelte straks geen uitweg meer zal hebben. Be voorzitter meent, dat er wel iets op gevonden kan worden om een uitweg voor dit perceelsgedeelte te krijgen. Het raadslid de Bruijn betoogt, dat er wel op korte termijn een molds gevonden moet worden, om voor het perceel een uitweg te krijgen. Hij vraagt zich evenwel af, welke modus. Hij stelt de vfaag, of op dit achterste perceelsgedeelte gebouwd mag worden. Be voorzitter antwoordt hierop, dat op dit perceelsgedeelte niet ge bouwd mag worden. Be gemeente kan evenwel altijd het uitbreidingsplan zo laten wijzigen, dat er op dit perceelsgedeelte viel gebouwd mag worden. Het raadslid de Bruijn repliceert hierop, dat in dat geval de gemeen te straks voor dit achterste perceelsgedeelte een hogere prijs zal moeten gaan vragen dan voor het voorste gedeelte. Be grond moet daar immers wel bouwrijp gemaakt worden. Be voorzitter is van mening, dat dit nog wel enige jaren zal duren, zodat het prijsverschil dan niet meer zo spreekt. Het raadslid Huijbrechts betoogt, dat het achterste perceélsgedeelte als braakliggende grond slechts een waarde bezit van 0,60 tot 1,- per m2. Voor de gemeente zit er dus altijd een verliespost in van 4,- per m2. Hij heeft daarovybezwaar tegen het voorstel tot verkoop. Hij heeft er evenwel geen bezwaar tegen, dat de 350 M2 mee verkocht worden. Het raadslid de Bruijn vraagt ..zich af, wanneer men op het achterste perceelsgedeelte zal kunnen bouwen. Be woningbouw in deze gemeente zal-zich volgens de planoloog in fasen voltrekken. In het Zuid-Oosten van de gemeente zal worden begonnen. Wanneer zal men nu op deze plaat gaan beginnen. Be voorzitter zegt, dat.^de woningbouw gemakkelijk op 3 of 4 plaatsen tegelijk zal kunnen beginnen.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1961 | | pagina 80