r
De voorzitter licht toe, dat de vergoedingen voor het brandweerperso
neel thanë zijn geregeld in artikel 14 van de organisatieverordening.
De brandweerlieden in Putte zijn thans is verhouding met andere gemeen
ten onder de maat bezoldigd. Burgemeester en wethouders stellen daarom
voor, een nieuwe vergoedingsregeling vast te stellen. De regeling wordt
vervolgens artikelsgewijze behandeld. De voorzitter deelt nog mede, dat
de regeling is besproken met het bestuur van de plaatselijke brandweer,
en dat binnenkort ook een wijziging van verschillende punten van de or
ganisatieverordening aan de orde zal komen. Thans wordt voorgesteld en
kel artikel 14 van de organisatieverordening te wijzigen.
Het raadslid de Bruijn informeert of ook de brandweerslagen van goede
kwaliteit zijn.
De voorzitter deelt mede, dat het in de bedoeling ligt elk jaar op dit
punt wat aan te schaffen. In de begroting 1961 is de betreffende post
al hoger geraamd.
Het raadslid de Bruijn brengt naar voren, dat de brandweer de laatste
jaren niet meer zo actief is geweest. Mogelijk speelt ook de vergoeding
hierbij een rol. Hij is van mening, dat burgemeester en wethouders er
naar moeten streven, dat alle bepalingen ook goed worden nageleefd.
De voorzitter geeft toe, dat de activiteit de laatste tijd is afgenomen.
Het bestuur van de brandweer wenst thans evenwel weer een crescendo.
Vfethouder van de Ven meent dat de boetebepaling in de vergoedingsrege
ling hier ook invloed kan uitoefenen.
Geen der overige raadsleden verlangt terzake het woord. Zonder hoofde
lijke stemming wordt besloten de ontworpen vergoedingsregeling voor het
brandweerpersoneel ongewijzigd vast te stellen en in verband met de
totstandkoming van een afzonderlijke verordening regelende de vergoe
dingen van het brandweerpersoneel artikel 14 der organisatieverordening
te wijzigen.
9.Wijziging loon voorwerker G.S.W. arbeiders.
De voorzitter geeft een nadere toelichting. Tengevolge van het feit, dat
van Put na 2 dienstjaren ambtenaar wordt in de zin van de Pensioenwet,
zal op zijn loon pensioenpremie moeten worden verhaald, terwijl hij bij
het bereiken van de 65-jarige leeftijd aan een en ander waarschijnlijk
geen rechten zal ontlenen. Burgemeester en wethouders stellen daarom
voor ter compensatie hiervan zijn loon op te trekken tot het loon van
loongroep 2 der gemeente-arbeiders.
Het raadslid Bensbach vraagt, of belanghebbende hierop bij zijn aan
stelling is gewezen. Op verzoek van de voorzitter deelt de ambtenaar
J.J.Emonts mede, dat er indertijd van uit is gegaan, dat van Puteerst
na 5 dienstjaren in pensioengerechtigde dienst zou komen. Later is ge
bleken, dat dit evenwel reeds na 2 dienstjaren zou geschieden.
Geen der overige raadsleden verlangt terzake het woord. Zonder hoofde
lijke stemming wordt besloten het voorstel van burgemeester en wethou
ders aan te nemen.
10. Vaststelling raadsbesluit tot invoering van werkclassificatie en
prestatiebeloning voor gemeentewerklieden.
De voorzitter deelt mede, dat in september 1960 een concept werd sa
mengesteld voor een raadsbesluit, waarbij de aanvankelijke streefdatum
van 1 januari 1961, waarop de werkclassificatie en prestatiebeloning
voor de gemeente-arbeiders zou worden ingevoerd, werd gewijzigd in 1
januari 1963. Inmiddels zijn er in januari 1961 2 brieven ontvangen, 'eer
van de K.A.B.O. en een van de S.B.O., waarin er op aangedrongen wordt,
zo spoedig mogelijk tot invoering van werkclassificatie en prestatie
beloning voor de gemeente-arbeiders over te gaan. Het ziet er derhalve
naar uit, dat we weer een stapje verder naar de werkclassificatiezijn
gekomen. Thans krijgen de arbeiders 3%, terwijl zij bij werkclassificati
en prestatiebeloning maximaal 12$ kunnen krijgen. Burgemeester en wet
houders zouden thans als streefdatum aan willen houden 1 januari 1962.
Het raadslid de Bruijn vraagt wie het toezicht uitoefent en wie de
piraten vaststelt.
De voorzitter acht juist hier de grote moeilijkheden voor kleine ge
meenten aanwezig.
f