De voorzitter zegt hierop dat een en ander zal moeten worden nagegaan
aan de hand van het bestek. De heffing van dè 35,- rioolbelasting is
overigens voldoende bekend, hu het totaal plan meer dan 500.000,-
vergt acht hij het ongewenst thans nog meer cadeautjes aan de belang
hebbende te geven.
Het raadslid Huij^en vraagt of er een verplichting komt tot aansluiting.
De voorzitter deelt hierop mede, dat zulks inderdaad in de bedoeling
ligt", overigens zal elk verplicht aansluitbaar perceel worden belast met
een rioolbelasting. Het gemiddelde bedrag dezer belasting zal 35,- be
dragen.
Het raadslid Huijgen is van mening, dat er nog veel water door de zee
zal gaan eer dat allee zal zijn aangesloten.
Wethouder van de Ven betoogt, dat de aanleg van de riolering grote nood
zaak is, vooral als er nieuwe straten bij zullen komen.
Het raadslid de Bruijn is van mening, dat men de zaak financieel niet
de optimistisch moet voorstellen en dat men moeilijk buiten riolering
zal kunnen.
Geen der raadsleden verlangt terzake nog het woord. Zonder hoofdelijke
stemming wordt besloten de navolgende begrotingswijzigingen vast te stel
len:
a. 16e begrotingswijziging 1960;
b. 5e begrotingswijziging 1960 gemeentelijk grondbedrijf;
c. 1e begrotingswijziging 1961
d. 2e begrotingswijziging 1961
e. 3e begrotingswijziging 1961
f. 1e wijziging begroting 1961 gemeentelijk grondbedrijf;
g. 2e wijziging begroting 1961 gemeentelijk grondbedrijf.
6. Vaststelling pensioensgrondslagen gemeentepersoneel.
De voorzitter deelt mede, dat elk jaar vó<5r 1 februari aan de Pensioen
raad de mutaties van pensioensgrondslagen van het gemeentepersoneel moe
ten worden medegedeeld. De Pensioenwet bepaalt, dat de vaststelling der
pensioengrondslagen moet geschieden door of vanwege het orgaan, dat de
ambtenaar benoemt of wijziging brengt in zijn bezoldiging. Het woord
vanwege schept de mogelijkheid burgemeester en wethouders de bevoegdheid
te geven alle pensioensgrondslagen van het gemeentepersoneel vast te
stellen. Op deze wijze kan worden voorkomen, dat de pensioensgrondslagen
te laat worden vastgesteld, wanneer b.v. in januari van enig jaar geen
raadsvergadering wordt gehouden.
Het raadslid de Bruijn acht er geen enkel bezwaar tegen burgemeester en
wethouders te machtigen de pensioensgrondslagen vast te stellen, aange
zien zulks in het belang is van de ambtenaren zelf.
Geen der overige raadsleden verlangt terzake nog het woord. Zonder hoof
delijke stemming wordt vervolgens besloten het voorstel van burgemeester
en wethouders aan te nemen m.i.v. 1 januari 1961.
7. Aankoop grond van L.J. Gij sen.
De voorzitter deelt mede, dat met Gij sen overeenstemming is bereikt omt-
trnnt de aankoop scan grond langs de provinciale weg voor ƒ5,- per m2.
Het raadslid de Bruijn vraagt zich af, of door deze hoge prijs niet de
mogelijkheid wordt teniet gedaan, om nog ooit goedkoop grond in handen
te krijgen.
De voorzitter deelt hierop mede, dat er een groot verschil bestaat tus
sen grond langs de provinciale weg en grond, welke elders is gelegen.
Er liggen maar weinig perceeltjes grond meer vrij langs de provinciale
weg en deze perceeltjes zijn erg moeilijk te kopen, waardoor het prece
dent niet groot wordt.
Geen der overige raadsleden verlangt terzake nog het woord. Zonder hoof
delijke stemming wordt besloten van L.J. Gijsen aan te kopen het perceel
bouwterrein kadastraal bekend gemeente Putte, sektie C nummer 839, ter
grootte van 12 aren tegen de som van 6.000,- zulks ten behoeve van het
gemeentelijk grondbedrijf.
8. Vaststelling tarieven brandweervergoedingen en wijziging van art.14
der organisatieverordening.