De voorzitter antwoordt, dat de woningbouwvereniging niet specifiek
'regionaal werkt. Het gaat nu over ongeveer 400 woningen waarvan er
60 h 70 van de _eme nte bij zijn. Hij zegt, dat Het ook de ambtenaren
geen financiële scHade zal toebrengen en stelt om Het met de 5 nog te
bouwen woningen direct te doen.
Het raadslid Huijgen vraagt, of het ^oedkopgr wordt gedaan.
De voorzitter denkt, dat dit niet direct het geval is.
Het raadslid de Hruijn zegt, dat het een doodsteek voor de plaatselij
ke aannemers is.
De voorzitter kan het zich moeilijk indenken. In Zeeuws-Vlaanderen
kwamen er geen vreemde aannemers aan te pas, alleen is het eens voor
gekomen met een schilder.
Het raadslid Huijbitechts is er principieel op tegen. Volgens hem is
het mooi als je het leest. Hij spreekt zich uit tegen corporaties. De
grote werkgevers ontnemen het brood van de kleine zelfstandigen. Het
is een gemakkelijke en eenvoudige manier om er vanaf te komen en ten
aanzien van de curveprijs voor de te bouwen woningen neemt hij een
voorbeeld van een naburige gemeente waar men altijd aan de curveprijs
komt. Hij zegt, dat men in Putte zich ook niet door een woningbouw
vereniging moet laten bedonderen.
De voorzitter zeut, het niet goed te kunnen begrijpen en vraagt wie er
de dupe van kunnen zijn.
Het raadslid van Beeck antwoordt, dat het de plaatselijke aannemers
zullen zijn.
Het raadslid de Bruijn vraagt, hoe het gaan zal met het onderhouds
werk van de woningen.
De voorzitter antwoordt, dat het in Zeeuws-Vlaanderen een plaatselijke
aannemer deed. Bij een woningbouwvereniging gaat dat ook regoureuzer.
bij de gemeente isnhet ieder kwartaal een andere aannemer omdat de
koek anders niet goed is verdeeld maar waarmede de huurders ook in de
re^el niet gediend zijn.
V/ethouder van de Ven wijst op het vele administratieve werk'en is het
met de uitlatingen van net raadslid Huijbrechts over een woningbouw
vereniging niet eens.
Het raadslid va; Beeck zegt, dat de woningbouwvereniging alle macht in
handen krijgt.
De voorzitter bestrijdt dit. Hij zegt, dat de wenselijkheid zelfs is
geopperd om er een architect uit West-Brabant in te betrekken, v/at
ook meer variatie in de bouwplannen zal geven. Het geval zou zich
kunnen voorddien, dat een woningbouwvereniging niet meer tot bouwen
komt, maar dan kan net gemeente zelf ook niet.
Wethouder van de Ven wijst op het van regeringswege beschikbaar ge
stelde contingent van 5000 woningen te bouwen door woningbouwvereni
gingen.
De voorzitter merkt op, dat als de geme .nte bij een woningbouwvereni
ging is aangesloten een aanvrage om een toewijzing van woningen uit
het contingent kan worden gedaan.
■,'ethouder vl-m de Ven merkt op, dat corporaties toch niet zijn te stui
ten wat ondermeer bij de winkeliers ook al zo is en wijst er op, dat
er woningbouwgevallen zijn die al twee jaar wachten.
Het raadslid Huijgen meent als het tijd genoeg is om aante sluiten
als de nood aan de man komt.
Het raadslid de Bruijn zegt, zijp. stem niet aan het voorstel te kunnen
geven.
Wethouder va., de Ven acht het van groot belang dat het wordt besproken
De voorzitter ziet ook geen moeilijkheden, waarbij wethouder van de
Ven er nog op wijst, dat de andere gemeenten nu ook tot deelname zijn
overgegaan waarvoor er in het verleden ook noeilijkheden zijn geweest.
De voorzitter zegt, dat de kansen om tot woningbouw in de gemeente te
komen voor het grijpen liggen. Hij wijst op de aanvrage van Defensie
voor grond voor 40 h 50 woningen, waarvan de helft voor particulieren
en op het verzoek van het Hypotheekfonds e.a. Omdat de gemeente geen
grond heeft zit men zo vast als een muur. Het geluid tegen het voor
stel begrijpt hij niet, volgens hem gebeurt er niets en is het toch
-te proberen.