De Voorzitter wijst op de moeilijkheden in de Hogenhergdreef ten aanzien van de nieuwe woningen van Verswijveren,v.d.Velden en de in aanbouw zijnde woning van V.Huijbrechts,die in het ontwerp-uitbrei- dingsplan niet goed komen te liggen. De heer v.d.Berg zegt toe,dat aan de hand van de kadastrale kaart te zullen wijzigen. De Voorzitter vraagt vervolgens of aan de bouw van villa's in het gebied boven de Beukendreef prioriteit is te geven en merkt op,dat er bij de villa's weinig tuingrond is. De heer van Meel beaamt de gestelde vraag en deelt mede,dat de be- bouwintng ten noorden van de Canadalaan van de 3-groepwoningen bun galows in partijen van hoogtens 5 6 moet worden gezien.Ten aanzien van het villagebied merkt hij op,dat het ter plaatse bos is,dat zo veel mogelijk dient te worden behouden en tuingrond niet in het uit breidingsplan mag worden opgenomen.Het bestaande militaire bungalow park in de gemeente vindt hij geen mooi voorbeeld maar volgens hem ligt dat bij particulieren anders. De Voorzitter onformeert of er nog vragen te stellen zijn. Het raadslid de Bruijn meent,dat daar weinig aanleiding voor is.De vorige keer is de bespreking van het ontwerp-plan zeer duidelijk ge weest De heer y.Meel zegt de indruk te hebben,dat met de hoofdgedachte van ontwerp-plan men algemeen akkoord kan gaan.De gestelde vragen hadden meer betrekking op detailpunten waarmede ten dele rekening kon wor den gehouden maar ook ten dele niet.Hij wijst er op,dat men het ont werp-plan ook moet zien met het oog op een tweede parochie. De Voorzitter maakt nog een algemene opmerking ov»r de ruim gepro jecteerde hoekpercelen in het ontwerp-plan wat op verschillende plaat sen speelt en noemt daarbij ondermeer het perceel van Jorissen in de Grensstraat en de percelen bij de ingang van de Hieuwstraat.Hij vraagt om zoveel mogelijk met bebouwing daarin te voorzien gezien de grote investeringen die ter plaatse zijn te doen. De heer van Meel antwoordtdat de kosten van bouwrijpmaken over de andere bouwpercelen zijn om te slaan.Elk hoekpunt iets door te trek ken voor bebouwing kan echter wel. 'v/ethouder van de Ven vraagt om de hoekpercelen niet te kort te ma ken. De heer v.Mcel stelt voor,de achtertuinen niet te onteigenen waar door er de mogelijkheid blijft om te bouwen. De Voorzitter zegt nog een paar praktijkgevallen ter sprake te wil le n~"brëngên7XL s eerste noem# hij het geval Beens,dat zich thans vrij gunstig ontwikkeld.Voor de bouw van een bungalow met nerstenfarm op een perceel aan de Koppelstra.at is een bouwplan ingediend.Ten aanzien van de richtlijnen voor het oprichten van een nertsenfarm ligt het perceel goed.De bouwvergunning zal t.z.t. dienen te worden verleend krachtens ex.artikel 20 van de Wederopbouwwet Het geval J.v.d.Berg-Buijs die in eerste instantie een bungalow in de zuid-oosthoek van het perceel van J.Buijs aan de Breestraat maar thans willen bouwen in de noord-oosthoek van hetzelfde perceel aan de Hogenhergdreefvindt hij een vrij moeilijke puzzel. De heer van Meel zegt,dat op het betreffende perceelsgedeelte wel enkele bungalows in het ontwerp-plan kunnen worden geprojecteerd. De Voorzitter antwoordtdat men de bouw van een bungalow ter plaat se op diverse punten kan beperken.Op grond van de plaatselijke bouw verordening kan in beginsel de bouwvergunning worden geweigerd,omdat de vereiste verharde wegbreedte van 5 M niet aanwezig is .Aan de hand van de bouwexploitatieverordening kan verder vooraf een bijdrage in de kosten van bouwrijpmaken worden gevraagd,die gezien de oppervlakte van het beoogde bouwperceel van circa 3000 M2 niet gering zal zijn, maar wat de zedelijke verplichting oplegd om een weg aan te leggen met riolering,wat dan ook zal dienen te geschieden in de gehele Hogen bergdreefdat toch zeer moeilijk ligt. De heer v.d.Bcrg merkt op,dat de enkele bungalows het zonder riole ring kunnen stellen en gebruik kunnen maken van zinkputten. De

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1961 | | pagina 50