Het lid Hui .Ibr echts vraagt» hoe de koeten zullen worden berekend. De voorzitter antwoordt, dat er verschillende manieren voor gijn om de belastbare opbrengst volgens het kadaster, gevelbreedte enz. Hét lid Hui.lbreohta vraagt of huurverhoging kan worden toegepast en Informeert of het voor de eigenaars die in de Dionysiusstraat grond hebben gekooht geen teer punt la. De voorzitter antwoordt, dat de eigenaars of huurders er mee gebaat moeten zijn. liet lid H iljbreohts informeert of er geen moeilijkheden zullen rijzer met de a nleg van de riolering op grond van particulieren. Wethouder van de Yen antwoordt, dat zulks niet nodig is. liet lid lluijbreohts ze^t zich niet tegen de aanslag van riolering uit te wallen spreken maar vraagt zich wel af, hoe het mogelijk is om een besluit te nemen zonder dat men weet wat de kosten zijn. Hij verwacht moeilijkheden met de aansluiting van de overwegende oude woningen in de HogenbergdreefHij vraagt hoeveel er daarvan gebruik maken van de faeoalienzuiger, en of het geen te ver öaande stap is. In de Dionysiusstraat ia de riolering hard nodig. Hij geeft de ver gadering in overweging om er nog een nachtje over te slapen. Hij vindt de belasting zwaar als men er geen baat bij heeft en vreest dat veel bewoners van de Hogenbergdreef van de riolering, in verband met de hoogteligging van hun percelen, geen gebruik kunnen maken. De voorzitter antwoordt dat het probleem niet zo,ligt. Eertijds is een belangrijke stap gedaan en in een vorige raadsvergadering is tot riolering besloten; men moet nu niet terug gaan. De leden iiui.1brechts en de Bruijn betogen, dat toen in principe tot aanleg van riolering is besloten. De voorzitter antwoordt, dat zonder meer tot aanleg van riolering is Fealoten, en'het niets nieuws onder de zon is. De kosten komen over het grondbedrijf te lopen.B. V. zingen het standpunt al lang óm alle nieuwbouw van riolering te voorzien. Dan moet men door de Hogen bergdreef. Het lid Hui.lbraohts vindt het ten aanzien van de riolering van de Hogenbergdreef een vergaande stap en merkt op, dat in het gedeelte van de Dorpsstraat tussen de Julionastraat en het gemeentehuis, waar de grootste behoefte aan riolering bestaat, geen riolering wordt gelegd. De voorzitter zegt, dat hij een vroeger plan heeft gezien waarop in rode lijnen in heel de gemeente de aanleg van de riolering was aan gegeven en dus toen ook reeds behoefte bestond asm riolering in de Eogenbergdre af Het lid Hui1brecht3 antwoordt, dat genoemd plan alleen zou worden uitgevoerd bij massale werkloosheid. .„e voorzitter stelt, dat er met het plan toch een doel was en het ibck ook zin moot hebben gehad. _et lid HuiJbroahta antwoordt, dat men om riolering vraagt maar aoht het in de Hogenbergdreef niet nodig. Wethouder van de Ven zegt, dat het in de Hogenbergdreef ook noodza kelijk is, en het daar ook geen rozengeur is. De voorzitter aoht het niet verantwoord om de Hogenbergdreef uit het plan te laten. Hij wijst er op, dat Putte al van 1952 sukkelt voor de riolering en dringt aan om het plan door te zetten waartoe de raad eerder heeft besloten. Het lid Huijbroohts vindt het onverantwoord voor de mensen te laten betalen die het niet nodig hebben. ^e voorzitter antwoordt dat bij Gedeputeerde Dtaten is gesproken over een gemiddeld bedrag van 35,- en men er geen behoefte aan heeft om dat bedrag te verhogen. Wethouder de Olerok vraagt zioh af of de bewoners van de Hogenberg- dreef wel tegen do aanslag van riolering zijn, lïr la daar ook water overlast en denkt, dat ze blij zijn als er riolering komt. Volgens hem kankert er het lid Huijbroohts alleen over. net lid Huijbroohts stelt, dat hij zij# moaiflg zegt >/at géén kankerer is, en zegt, dat in de Hogeubergdresf de grondslag aoger ligt en n»»- daar geen wateroverlast heeft.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1961 | | pagina 45