Gebruikelijk is, dat eerst het bouwplan door de P.D.V. wordt beke ken, waarna bij akkoordbevinding bericht wordt gegeven, dat tot aan besteding kan worden overgegaan. Als zo wordt gehandeld moet bij de indiening van het bouwplan de aanneemsom niet bekend zijn. Aangezien het hier echter een z.g.n. herhalingsplan wordt met dezelfde wonin gen, dezelfde architect, dezelfde aannemer en dezelfde bouwprijs als van de woningen aan dè Hogenbergdreefligt het geval gunstig. De P.D.Y. adviseert om de stukken zo gauw mogelijk klaar te maken en in te zenden, want zowel de P.D.V. in den Bosch als het Ministerie in den Haag zitten om bouwplannen verlegen, wat ook een gunstige invloed kan hebben op een vlugge afdoening en voor het verkrijgen van de vereiste toestemming om tot gunning van de bouw van de 5 we ningen over te gaan. Vervolgens doet hij voorlezing van een schrij ven van de Directeur van Bouwtoezicht West-Brabant met betrekking tot aanbestedingen van woningwetwoningen waarin deze aan het slot ook adviseert om de woningwetbouw door onderhandse aanbesteding zo spoedig mogelijk te verwezenlijken. De voorzitter wijst er op, dat aannemer A. van Hoek is getint en men van hem een aannemingsprijs heeft die zekerheid geeft en waar de gemeente zo sterk mogelijk mee staat. De voorzitter zegt, dat B. en W. de onderhandse aanbesteding niet gaarne zien mislukken waarbij hij er op wijst, dat de moeilijkheid er nog is met de aankoop van de grond voor de bouw van de woningen waarvoor nog geen goedkeuring van Gedeputeerde Staten is verkregen. Voor de goedkeuring zal flink gedrukt moeten worden en de onderwer pen zullen elkaar kunnen beinvloeden. De aan te kopen grond van Wouters is de enigste plaats om het bouwplan te realiseren. Ten slotte vraagt hij de heer Bekkers zijn mening over de door aannemer A. van Hoek aan de Hogenbergdreef gebouwde 2 woningwetwoningen. De heer Bekkers zegt, dat de woningen op zich niet slecht zijn ge bouwd. De aanmerkingen be tref gen meestal kleine dingen, wat ook bij woningen van vroegere jaren en ook in andere gemeenten zo ligt. Wat het uiterlijk van de woningen betreft kan men in smaak verschillen. Bij het plan van de 5 woningen is de voorgevelindeling in gunstige zin iets gewijzigd. Het raadslid de Bruijn noemt de bewering van de heer v.d. Palen van Bouwtoezicht, dat het werk bij onderhandse aanbesteding beter is, een slag in de lucht. De heer Bekkers merkt op, dat het risico bij een openbare aanbeste ding groter is. Het houden van dagelijks toezicht bij de bouw kan stoor de architect ook niet worden opgebracht, terwijl de samenwer king tussen architect en aannemer dan ook moeilijk is. De voorzitter deelt mede, dat het toezicht altijd een moeilijke kwestie is waarbij hij wijst op de thans door de gemeente aan 5 vroeger gebouwde woningen te treffen voorzieningen om ze waterdicht te maken wat veel geld gaat kosten. De heer Bekkers zegt, dat men weet wat men aan aannemer van Hoek heeft en men niet boven de curvëprijs ligt. Het gevaar is anders groot dat de gemeente met de bouw van de 5 woningwetwoningen blijft zitten. Het raadslid Huijbrechts vraagt zich af, welk gevaar er is voor openbare aanbesteding. Volgens hem gebeurt er niets. Vfethouder van de Ven en de heer Bekkers betwijfelen het. Het raadslid Huijbrechts ziet er geen gevaar in voor aannemer van Hoek. De heer Bekkers meent, dat van Hoek de z.g.n. opzet toch zal betalen. Het lid Huijbrechts antwoordt dat i# bepaalde gevallen de opzet zelfs geheel kan verdwijnen. De heer Bekkers vreest, dat aannemer van Hoek dat groot tisico niet zal nemen. Wethouder de Clerck vraagt zich af waarom openbare aanbesteding moet worden gehouden als de prijs goed ligt, en men met de handen in het haar komt te zitten wat is ondervonden met de openbare aanbesteding van het kleedgebouw van Excelsior wat door de voorzitter wordt be aamt.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1961 | | pagina 26