van hoofdstuk VIII par.13 van de gewone dienst,of de ge. meente invloed op de hoogte van het bedrag der bijdrage wegens de rijks HBS kan uitoefenen.De Voorzitter deelt mededat dit niet het geval is. Met betrekking tot de uitgaven geraamd op volgnummer 298 (hoofdstuk VIII par.13 uitgaven gewone dienst) en volgnummer 308 (hoofdstuk VIII par.15 uitgaven gewone dienst) vraagt het raadslid de Bruijn nadere toelichting.Geen der overi ge raadsleden verlangt met betrekking tot de uitgaven geraamd op hoofdstuk VIII par.13hoofdstuk VIII par.14 en hoofdstuk VIII par.15 verder het woord. Met betrekking tot volgnummer 320 onder de uitgaven van hoofd_ stuk VIII par.16 van de gewone dienst vraagt het raadslid de Bruijn,of omtrent de activiteiten van de jeugdverenigingen nade re gegevens bekend zijn.De Voorzitter deelt mede,dat ook over 1959 het bedrag nog onder de jeugdverenigingen moet worden ver deeld.Uit deze post wordt o.m.de atletiekvereniging "Excelsior" gesubsidieerd tot een bedrag van f.575,-,.Het raadslid de Bruijn meent te weten,dat de activiteiten van deze vereniging kleiner worden.De Voorzitter deelt mede,dat hij juist de indruk heeft dal Excelsior eerder een grotere dan een kleinere activiteit aan de dag legt,hetgeen wethouder van de Ven bevestigt.De raadsleden Huijbrechts en de Bruijn verklaren hierop,datwanneer een be drag van f.575,-.verantwoord is,zij met dit bedrag ten volle kun nen instemmen. Het raadslid de Bruijn vraagt vervolgens met betrekking tot de raming op volgnummer 334 onder de uitgaven van hoofdstuk VIII pai 16 ban de gewone dienst of ook van het sportkomiteit Putte- Kapellen rekening en verantwoording is gevraagd.De Voorzitter deelt mede,dat het in de bedoeling ligt zulks met ingang van 196C te vragen. Met betrekking tot volgnummer 338 onder de uitgaven van hoofd stuk VIII par.16 vraagt het raadslid Huijbrechts of deze post betrekking heeft op het 2e rapport van het Provinciaal Opbouwor- gaan.De Voorzitter bevestigt dit.Het raadslid Huijbrechts vraagt of dit 2e rapport nog noodzakelijk is. De Voorzitter deelt hier op mede,dat het eerste rapport enkel feiten bevat.De gemeenten hebben echter behoefte aan een beleidsnota.Deze beleidsnota wil de heer Verstijnen thans up gaaioopstèllen. Geen der overige raadsleden verlangt met betrekking tot de uitgaven geraamd op hoofdstuk VIII par.16 verder nog het woord. Met betrekking tot de op volgnummer 350 onder de uitgaven van hoofdstuk IX van de gewone dienst geraamde subsidi| aan het bur gerlijk armbestuur vraagt wethouder van de Ven of uit subsidie bedrag bij de vaststelling van de begroting van het burgerlijk armbestuur nog wijzigingen zijn gekomen.De voorzitter deelt mede, dat dit niet het geval is.Het raadslid de Bruijn vraagthoeveel het nadelig saldo van het 'burgerlijk armbestuur hoger is dan het vorige jaar.De ambtenaar Emonts deelt op verzoek van de voorzit ter mede,dat dit f.1400,-. is. Het raadslid de Bruijn acht dit wel bedenkelijk.De voorzitter licht dexK stijging der lasten toe, Met betrekking tot de uitgaven geraamd op volgnummer 396 onder de uitgaven van hoofdstuk IX der gewone dienst vraagt het raads lid Huijbrechts nog een nadere toelichting,welke toelichting dooi de voorzitter wordt gegeven. Geen der overige raadsleden verlangt met betrekking tot de uit gaven geraamd op hoofdstuk IX van de gewone dienst verder nog het woord.Met betrekking tot de uitgaven geraamd op volgnummer 398 op hoofdstuk X van de gewone dienst vraagt het raadslid de Bruijn of het nog wel zin heeft lid te blijven van de Nederland- de Heidemaatschappij zulks in verband met de compostkwestie van het sportveld.De Voorzitter en wethouder de Glerck geven met be trekking tot deze kwestie een nadere toelichting.De Voorzitter stelt,dat het aanbrengen van compost op het sportveld weliswaar geen sukses is geweest,doch dat de Heidemaatschappij evenwel an derzijds toch tot goede adviezen in staat is. Met

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1960 | | pagina 9