wethouder van. de Yen. Tegen stemmen de raadsleden Bensbac#. en van Beeck en wethouder de Clerckfzodat het voorstel Huijgen is aangenomen. Verder besluit de raad,nadat door het raadslid de Bruijn nog in lichtingen zijn ingewonnen omtrent de Matigheidsmissie onder Mi litairen zonder hoofdelijke stemming de subsidieverzoeken van de genoemde verenigingen met uitzondering van de Bond tegen het schenden door het vloeken van Gods Heilige Naam af te wijzen. Vervolgens deelts de voorzitter mede,dat de overige subsidie verzoeken bij de behandeling van de begroting aan de orde zullen komen. De Voorzitter brengt naar voren,dat burgemeester en wethouders als algemene regel willen stellen,dat met ingang van I960 alle gesubsidieerde verenigingen de begroting en de rekening en ver antwoording aan het gemeentebestuur dienen over te leggen.Hier door kan ten opzichte van de raad en van Gedeputeerde Staten een betere verantwoording worden verkregen.De raadsleden Huijbrechts en de Bruijn achten hierin een gevaar verborgen.De raadsleden van Beeck,Huijgen en Bensbach menen,dat van de andere kant deze gedragslijn veel voordeel zal opleveren.De Voorzitter licht nog toe,dat op deze wijze steeds kan worden nagegaan,of de uitgaven op verantwoorde wijze plaats zullen vinden.Zonder hoofdelijke stemming verklaart de raad zich vervolgens met het voornemen van burgemeester en wethouders akkoord. VBehandeling en vaststelling begroting I960. De Voorzitter geeft een algemene toelichting op de ontwerp-ge- meentebegroting I960.Hij deelt mede,dat er een tekort op de ge wone dienst is geraamd van f.14000,-..Aan de &and van het voor stel van burgemeester en wethouders om verhoging van het bedrag der algemene uitkering uit het gemeentefondsbehandeld in de raadsvergadering, van 30 december 1959,geeft hij een toelichting op dit tekortwaarbij hij tevens aangeeft,dat bij uitvoering van noodzakelijke kapitaalswerkendit tekort nog zal stijgen tot f.67000,-. Vervolgens stelt hij voor de begroting hoofdstuksgewijze te behandelen.Alle raadsleden hebben de uitvoerige memorie van toe lichting toegezonden gekregen,zodat de behandeling het beste kan geschieden aan de hand van deze toelichting.De raadsleden krijgen bij elk hoofdstuk gelegenheid tot het stellen van vra gen of het maken van opmerkingen. INKOMSTEN GEWONE DIENST. Geen der raadsleden verlangt het woord met betrekking tot de inkomsten geraamd op de hoofdstukken I,II,III en IV van de ge wone dienst. Het raadslid de Bruijn vraagt een toelichting omtrent de ra ming van de bouwleges onder volgnummer 87 van de inkomsten van hoofdstuk VI van de gewone dienst.Met betrekking tot de inkoms ten van hoofdstuk V van de gewone dienst verlangt verder geen der raadsleden het woord. Geen der raadsleden verlangt het woord met betrekking tot de inkomsten van hoofdstuk VI van de gewone dienst. Het raadslid de Bruijn vraagt nadere inlichtingen met betrek king tot het jachtrecht geraamd onder volgnummer 139 der inkoms ten van hoofdstuk VII van de gewone dienst.Met betrekking tot de inkomsten geraamd op hoofdstuk Vllvan de gewone dienst vraagt verder geen der raadsleden meer het woord.Geen der raadsleden vraagt het woord met betrekking tot de inkomsten geraamd op de hoofdstukken VIII par.11,VIII par.12,VIII par.15, VIII par.16 en hoofdstuk IX van de gewone dienst. Het raadslid Huijbrechts vraagt met betrekking tot de raming op volgnummer 203 onder de inkomsten van hoofdstuk X van de ge wone dienst,of bij de berekening van de electrificatiebaatbelas- ting elk jaar rekening wordt gehouden met nieuw gebouwde panden. Op verzoek van de voorzitter deelt de ambtenaar Emonts mede, dat inderdaad elk jaar de grondslag voor deze belasting zodanig wordt bepaald,dat de totale opbrengst der bel sting niet meer

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1960 | | pagina 7