De Voorzitter antwoordtdat het zonder vergunning van B V/ niet geoor loofd is. Het lid van Beeck antwoordt,daar zijn instemming niet aan te kunnen geven. De Voorzitter merktvop,dat de Hogenbergdreef er straks geheel uit gaat. Ook dient onderscheid te worden gemaakt M.ssen de bebouwde kom en de gron den in het uitbreidingsplan.Het gaat niet om de gronden in de bebouwde kom maar om de gronden aan wegen in het nieuwe uitbreidingsplan.Hij stelt dat men radikaal moet zijn waarbij hij er nog op wijst,dat de zorg buiten de bebouwde kom begint. Het lid Huijgen vraagt hoe het zit met het afgesloten gedeelte van de weg van Testers. De Voorzitter weet er weinig van.Hij denkt dat Testers het afgesloten gedeelte van de weg zelf heeft aangelegd. Het lid van Beeck zegt,dat het eertijds door de gemeente is gebeurd. De Voorzitter zegt,dat er meer openbare wegen in de gemeente zoek zijn. Het lid Huijgen wijst nog op de draadafrasteiing langs de Bosweg.Als ie dereen maar pakt en neemt is het hek van de dam. De Voorzitter meent,dat het gewenst is om alle wegen in de gemeente eens te bekijken. Het lid de Bruijn stelt voorop,dat hij tegen de wijziging als zodanig geen bezwaren heeft en,dat B W om doelmatig te kunnen werken de nodige armslag moeten hebben.De bevoegdheid die in artikel III van de wijziging bij burgemeester en wethouders berust ziet hij,omdat er verschillende faktoren een rol kunnen spelen, liever bij de raad liggen. De Voorzitter antwoordtdat men het meer moet zien als financiële bezwa ren, die met een algemene bepaling mogelijk via de raad kunnen worden ge speeld. Het lid de Bruijn ziet wel graag de aantekening,dat de toepassing van ar tikel III zoveel mogelijk gespeeld wordt via de raad. De Voorzitter merkt op,dat het verlenen van een bouwvergunning tot de com petentie van B W behoort. Wethouder van de Ven merkt nog op,dat financiële bezwaren of anderszins later voor de raad ook kunnen spelen. Het lid Bensbach stelt nog de vraag,wat verstaan dient te worden over de toegankelijkheid van een gebouw. De Voorzitter antwoordt de bereikbaarheid van een gebouw. Het lid Bensbach wijst nog op de onbereikbaarheid van het achtererf bij A. van Put. De V&Afzitterantwoordt,dat het nu misschien niet mogelijk is.Er komen echter paden. Het lid Bensbach vraagt, of daar de verlening van de aangevraagde bouwver gunning voor een bergplaats op kan stuiten. De Voorzitter antwoordt ontkennend. Het lid Huijgen vraagt hoever het staat met de vergunning voor het bouwen van een loods door A.v.Put,die niet weet waar hij met zijn materialen moet blijven. Bet Voorzitter zegt,dat deze kwestie er ineens komt tussen vallen. Het lid de Bruijn meent,dat het een punt is voor de rondvraag waarmee de vergadering instemt. Zondei hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burge meester en wethouders besloten tot wijziging van de bouwverordening vol gens het aangeboden concept. Vervolgens stelt de Voorzitter aan de orde de vaststelling van de bouw- exploitatieverordening. Hij deelt mede,dat het ontwerp aan alle leden ter lezing is toegezon den en vooraf in een bijeenkomst is besproken.Ter verduidelijking en meer ten behoeve van de openbaarheid geeft hij nog een korte toelichting .De verordening heeft betrekking op het bouwen in het uitbreidingsplan èn buiten de bebouwde kom.Invoering van de verordening acht hij wenselijk in verband met de snelle ontwikkeling van de uitbreiding der gemeente. De verordening beoogt alle kosten van het uitbreidingsplan over de bouwrijp of beter bouwrijp te maken gronden om te slaan.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1960 | | pagina 53