Verder vraagt het raadslid Hui.j ,eri hoe het zit met de verbou wing van het pand van Adr. Guns. Je voorzitter antwoordt, dat liet geval hem bekend is, net betreft de bijbouw van een keukentje. De Prov. Waterstaat heeft hij daarover no^j kort geleden gebeld. Volgens verkregen telefonische medelingen worden onderhandelingen gevoerd om het huis te kopen en is daarvoor door de Provincie een voorstel aan Guns gedaan waarop nog niet is gereageerd. Wethouder van de Ven vindt het geen stijl om de verbouwing daaraan op te hangen. Wethouder de Olerck zegt, dat volbens hem Siebesma van de Pro vinciale Waterstaat, wiens optreden hij bij het voeren van be sprekingen en onderhandelingen niet kan bewonderen, Adr. Guns bericht zou laten, men hoort echter niets. Volgens hem betreft het maar een kleine verbouwing en hoort hier ook wat aan te worden gedaan. Met het voorstel van wethouder van de Ven om voor dit geval ook in een schrijven aan G.S. aandacht en bespoediging te vra gen wordt akkoord 0egaan. Verder vraagt het raadslid Hui jen of contröle op van gemeente wege verstrekte vergoedingen ingevolge de 1.0.wet al of niet mo0elijk is. De voorzitter antwoordt, dat de contröle er is. De aanvragen van"het schoolbestuur worden doorgezonden om advies aan de In specteur van het Lager Onderwijs waarna de raad heeft te be slissen. Het lid Hui.j,en vraagt verder hoe het zit met de beroepskeuze voorlichting. De voorzitter antwoordt dat daarvoor een centraal bureau is in Bergen op Zoom, dat de gemeente subsidieert. Het raadslid Hui.j-,en informeert hoe het staat met de subsidie voor de melkverszrekking op de kleuterschool. De voorzitter meent dat daarover een schrijven aan het school bestuur is gericht, waarin om opgave is verzocht van de ver strekte liters melk, staande de vergadering is daarover 0een zekerheid te krijgen. Het raadslid van Beeek zegt, dat er nog niets betaald wordt, en de voorzitter", die een leugenaar is, in een voribe raadsverga dering heeft beweerd, dat de subsidie wel betaald is. voorzitter zegt, van de heer van Beeck gewend te zijn, dat hij zijn vragen langs omwegen stelt. Zo heeft hij in de vorige raadsvergadering gevraagd of op de kleuterschool melk wordt ver strekt, op welke vraag door hem is geantwoord met ja. De vraag of de subsidie al betaald was heeft hij niet met ja beantwoord* Hij vraagt of de andere leden de bewering van het raadslid van Beeck kunnen bevestigen. Het raadslid hui;, ;en meent, dat de voorzitter heeft geantwoord, datde subsidie nog niet werd verstrekt maar dat het zou gebeurer. De voorzitter wijst er op, dat er dus al twee verschillende meningen in de raad zijn en er een dus liegt. Bij het raadple gen van de notulen blijkt, dat de voorzitter op een gestelde vraag in de vorige raadsvergadering heeft geantwoord, dat hij het zou onderzoeken. Hij beveelt het raadslid van Beeck en de andure leden sterk aan om de notulen te lezen wat nooit wordt bedaan en waardoor der- öelijke vragen en beschuldigingen achterwege kunnen blijven. Het verwijt van leugenaar door het raadslid van Beeck zebt hij rustig naast zich neer te legben.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1960 | | pagina 40