Notulen van de openbare vergadering van de Raad der gemeente Putte gehouden op donderdag 24 sep tember 1959 des avonds om half acht ten gemeen- tehuize. Aanwezig: J.I.Stuijburgemeester-secretaris,voorzitterA.J. P.M.van de Ven en J.L.de Clerck,wethoudersbenevens de le den Adr.Huijgen,M.C.v.Beeck,H.Bensbach,Pr.Huijbrechts en H. de Bruijn,alsmede de stedebouwkundige Ir.P.H.Klokke. Na een woord van welkom tot de aanwezigen opent de Voorzitter de vergadering met gebed en vraagt de vergadering om ten gerieve van Ir.Klokke eerst agendapunt IV te behande len, waarmee wordt ingestemd. De Voorzitter wijst er op,dat het angendapunt niet de voorlopige vaststelling,zoals op de agenda staat vermeld, maar de definitieve vaststelling van het uitbreidingsplan in hoofdzaak betreft.Hij merkt verder op,dat door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant aan de raad de verplichting is op gelegd om vóór 1 oktober 1959 een uitbreidingsplan in hoofd zaak voor de gemeente vast te stellen.Hij deelt verder mede, dat het destijds vastgestelde uitbreidingsplan in onderdelen praktisch geheel is gerealiseerd en het nu vast te stellen uitbreidingsplan in hoofdzaak het gehele grondgebied van de gemeente betreft.De vaststelling van het plan zal een geor dende bebouwing mogelijk maken en bouwwerend kunnen werken voor z.g.n.vluchters die buiten het uitbreidingsplan willen bouwen.Hij verzoekt vervolgens aan de stedebouwkundige Ir. Klokke het ontwerp-plan in hoofdzaak te willen toelichten. Aan de hand van de ontwerp-kaart geeft Ir.Klokke een uitvoerige toelichting waarna hij gelegenheid geeft voor het stellen van vragen. Het lid Huijbrechts vraagt of er in het gehele geel ingekleurde gebied kan worden gebouwd. De Voorzitter zegt,dat de bebouwing van het geel in gekleurde gebied nognader in een plan in onderdelen is te regelen en vindt het wel een voordeel,dat er de gronden aan de Postbaan bij kunnen worden genomen,waarbij hij opmerkt, dat alles ineens toch niet kan worden uitgevoerd omdat dit te kostbaar wordt.Ir.Klokke beaamt het gezegde van de Voor zitter. Vervolgens stelt de Voorzitter aan de orde de behan deling van de 5 ingekomen bezwaarschriften. 1. Bezwaarschrift Graaf Moretus Plantin. De Voorzitter doet voorlezing van het uitvoerige bezwaar schrift van de Hoogwelgeboren Heer Graaf Moretus Plantin en vraagt daarover de mening van de vergadering. Ir.Klokke is het wat de waardevermindering van het over- blijvende gebied van het landgoed betreft niet met klager eens.Ook ten aanzien van wat door schrijver betreffende de vormgeving van het ontwerp-plan wordt beweerd,deelt hij me de, dat met de ontwikkeling van de gemeente zowel aan de Oost kant als aan de Westkant van de provinciale weg is rekening gehouden en er dus van een zeer praematuur plan en een on evenredige benadeling geen sprake is. Ten aanzien van het geuite bezwaar tegen de uitbreiding van de begraafplaats merkt de Voorzitter op,dat het betref fende gebied reeds is verkleind hoewel de rentmeester van klager zelf eertijds heeft gevraagd om meer terrein voor de uitbreiding van de begraafplaats te nemen en de gronden door de Commissie te Rotterdam te laten taxeren. De

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1959 | | pagina 29