1958 houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 18 februari 1957 inzake wijziging van het uitbreidingsplan van deze gemeen te. j) Schrijven van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 3 sep tember 1958 G.nr»90290 a.e.a. Afd.III, houdende goedkeuring van de begroting 1958 en diverse wijzigingen. V.De geloofsbrief van het nieuw benoemde raadslid H.Bensbach wordt onderzocht en in orde bevonden waarna >ordt besloten H.Bensbach als lid van de raad der gemeente Putte toe te laten. Ter sprake komt het voorstel van burgemeester en wethouders tot bevordering van de gemeente-arbeiders P.Tops en L.Tops t«t ar beider-voorman en tot bevordering van de gemeente-arbeider J.A. Doemen tot arbeider-A Het lid VERKUIJL vraagt naar aanleiding van dit voorstel,waarom twee voorwerkers worden aangesteld. De Voorzitter antwoordt hierop,dat er steeds een vervanger moet zijn,wanneer de voorwerker ziek is. Het lid VERKUIJL vraagt vervolgens,waarom niet alle 3 Je gemeen- te-^nrbeiders in een gelijke rang kunnen worden geplaatst. Naar aanleiding hiervan merkt de gemeentesecretaris op,dat de algemene bezoldigingsverordening slechts aanstelling van 2 arbei ders in de rang arbeider-voorman mogelijk maakt. Het lid VERKUIJL stelt daarop voor,eerst pogingen aan te wen den om de algemene bezoldigingsverordening zodanig gewijzigd te krijgen,dat aanstelling van 3 arbeiders in de rang van arbeider voorman mogelijk is. De Voorzitter deelt mede,dat deze aangelegenheid door burge meester en wethouders zal worden bekeken,en dat eventueel in een volgende vergadering een voorstel zal worden gedaan, om J.A.Daemen in dezelfde rang te plaatsen als P.Tops en L.Tops, als tenmömste Bedenuteerde Staten hier geen bezwaar tegen hebben. Het lid HUIJBRECHTS verklaart,dat hij liever zou zien,dat al vorens een besluit tot bevordering der gemeente-arbeiders wordt ge nomen,eerst wordt nagegaan of J.A.Daemen niet in de rang van ar beider-voorman kan worden geplaatst.Hij gaat er mede akkoord, dat L.Tops gezien de verantwoordelijkheid van zijn positie in een hogere rang wordt geplaatst,doch naar zijn mening is de verant woordelijkheid van P.Tops en J.A.Daemen gelijk. Derhalve dient ook het loon gelijk te zijn.Hij ziet niet in,waarom P.Tops als plaats vervanger van de arbeider-voorman moet optreden en niet J.A.Daemen Het lid HUIJBRECHTS steunt daarom het voorstel van het lid Ver kuijl. Het lid VAN BEECK vraagt of er tussen L.Tops en P.Tops ener zijds en J.A. Daemen anderzijds altijd een verschil in loon beeft gelegen. De Voorzitter bevestigt dit. Het lid VAN BEECK ziet niet in waarom dit verschil niet kan worden gehandhaafd. Het lid VERKUIJL brengt naar voren,dat vroeger reden bestonden voor dit verschil,doch thans deze reden niet meer bestaan.Naar zijn mening heeft L.Tops weliswaar een hogere verantwoording,doch is de verantwoording van P.Tops en J.A.Daemen gelijk. Het lid HUIJBRECHTS merkt nog op,dat hij niet tegen een ver hoging is van het loon van L.Tops ,doch dat in het verleden L. Tops en J.A.Daemen steeds een gelijk loon hebben geh^d. Het loon van L.Tops werd eerst tot voor kort verhoogd,in verband met zijn verantwoordelijkheid voor het beheer van gereedschappen en mate rialen. De voorzitter deelt mede,

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1958 | | pagina 27