Heel veel dank ook aan de Commandant van de ^egerplaats
Ossendrecht,die mij vele malen terwille geweest ie, en die spontaan
aan elk verzoek mijnerzijds voldeed. De gezellige en sfeervolle avonden
op de legerplaats zullen me steeds grote dankbaarheid en erkentelijkheid
blijven vervullen.
Dank tenslotte aan de vele instanties,die ik op bestuurlijk
terrein heb ontmoet,op wier steun en medewerking ik eveneens met grote
voldoening mag terugzien. Ik mag hier met name noemen Ged.Staten van Noord-
Brabant, de Prov. Waterstaat, de dienst van het Bouwtoezicht te Breda, dé
Heidemij. de P.N.E.M., de Waterleidingmaatschappij Zuid-Beveland, de Di
strictscommandant der Rijkspolitie ,Hardchaussee, de Insp.van Inv.rochten
en Accijnzen,Rijksconsulent voor Soc. Bijstand.
En zo ik iemand in mijn dankwoord moeht hebben vergeten dan
vraag ik U mij bij voorbaat te willen exouseren, om de eenvoudige reden,
dat van een opzettelijk verzuim geen sprake is.
Tot slot nog een woord aan hen,die zich teleurgesteld voe
len in mijn beleid of gekrenkt zouden zijn doofc mijn houding en optreden.
Hen mag ik de verzekering geven dat ik nimmer de bedoeling
gehad heb iemand te leur te 3tellen of te krenken,al kan ik indenken,dat
de beste bedoelingen wel eens worden miskend..
Bovendien moeten zij bedenken,dat ook een burgemeester maar
een mens is,en dus met mensenmateriaal moet werken en volmaaktheid der
halve is uitgesloten. In deze gecompliceerde samenleving is het wel heel
moeilijk zo niet onmogelijk het iedereen naar de zin te maken.
Gekomen dan aan het eind van mijn dabkwoord,neem ik thans
officieel afsoheid van de raad dezer gemeente.
Aan U wethouder van de Ven,draag ik thans mijn amt als bur
gemeester over,wat ik meen het beste te kunnen doen door U de voorzitters
hamer te overhandigen en U te omhangen met het teken der burgemees ter ljjke
waardigheid.