- 4 niet uitwijden,maar ik meen toch in alle oprechtheid,dat hier van ondankbaarheid geen sprake kan zijn. Als ik overweeg,hoe de Puttemaren ons afscheid hebben voorbereid, en opgezet, dan kunnen wij niet anders dan verheugd zijn,dat wij op deze wijze de gemeente mogen en niet moeten verlaten. Ik meen te mogen zeggen,dat ik Putte niet achetlaat in een chao tische toestand,dat ik geen schepen achéèr me behoef te verbranden,dat ik niet behoef te zeggen na ons de zondvloed,maar dat ik met mijn gezin mag nemen van een bevolking,waarvan ik niets dan dankbaarheid en erken telijkheid, vriendschap en genegenheid heb ondervonden. Ik hoop,dat ik juist hierin een grote steun zal ondervinden als ik dinsdag as. mijn taak in mijn nieuwe gemeente zal aanvangen. Als er dqn op een gelegenheid als deze,dank gebracht moet worden,is dan ben ik toch wel op de allereerste plaats verplicht het dankwoor te spre ken. Gaarne breng ik dank aan God,die mijn werk hier zo tastb ar heeft gezegend. Dank aan de wethouders,die mij steeds met raad en daad hebben bijgestaan. Ik mag hiet terugzien op een unieke eensgezindheid. Nimmer is het in ons College gekomen tot hoofdelijke stemming en de samenwerking kan ik niet anders dan voortreffelijk noemen. Dank aan de raad dezer gemeente,waarmede ik gedurende mijn gehe - le ambtsperiode in de beste verstandhouding heb mogen werken. De beraad slagingen zijn altijd in een rustige sfeer verlopen en de meningsver schillen die er natuurlijk wel eens geweest zijn,hebben de goede geest en een vlotte afdoening van z aken nimmer in de weg gestaan. Dank,zeer veel dank aan het seoretariepersoneel,dat ik bijzon der erkentelijk ben voor zijn ijver,toewijding, en plichtsbetrachting. Wanner een burgemeester kan werken met personaal,waarop hij kan vertrouwen,betekent ......1

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1958 | | pagina 21