Ik moest er voor waken het gesohonken vertrouwen niet te beschamen. Steeds heb ik voor ogen moeten houden,dat gezag maoht in zioh sluit,maar dat macht wil zeggen verantwoordelijkheid. Het zijn 12 gelukkige jaren geweest,hoe kan het anders,ook voor mijn eohtgenote en mijn kinderen. De vriendschap en genegenheid,die wij hier in zo ruime mate heb ben ondervonden,zullen wij niet licht vergeten. In 12 jaren ontstaat er een band,zo hecht en ^erk, dat hij alleen nog maar met moeite kan worden verbroken. Er is veel,heel veel,wat mij bindt aan deze gemeente,aan de streek, aan de mensen,waar ik zo heel dicht bij heb mogen staan,en waarvan ik de noden en wensen kende als geen ander. Ik kreeg de kans om mij in te leven in uw moeilijkheden en vreug den} wij leerden elkander kennen en begrijpen,zodat de onderlinge^ band wel moest uitgroeien tot een hecht smeedwerk. Hoe vaak heb ik niet met U gesproken,hoe dikwijls heb ik niet aanhoord op het spreekuur,aan huis,op straat, wanneer moeilijkheden om een oplossing vroegen,doch ook,en dat heb ik in U zo geweldig geapprecieerd, wanneer ge me deelgenoot wilde maken van Uw kleine en grote vreAgden. Vaak heb ik U moeten teleurstellen,omdat de gewenste oplossing uit bleef en mij niets anders overbleef dan een opbeurend woord. Wat heb ik dikwijls moeten ervaren,hoe moeilijk het is geïnteres seerd te luisteren, de mens in moeilijkheden te begrijpen,het leed van een ander te peièen en an te voelen,je in te leven in bepaalde conflict,situa ties enz.enz. en dan trots alles zijn geduld en zelfbeheersing te bewaren. Het is geen verdienste zich met een handige manoevre van de zaak af te maken,ongeïnteresseerd te luisteren,zijn kraoht zoeken in holle ph*asen,neen, er mag eerst sprake zijn van verdienste,wanneer men bij alles wat men doet.de mens in het middelpunt plaatst en hem niet alleen met het oor .maar ook met het hart heeft begrepen en verstaan. Deze menselijke....

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1958 | | pagina 19