Heren leden van de raad, Alvorens te beginnen met de behandeling van agenda,moet ik me eerst kwijten van een droeve plicht in verband met het plotseling verscheiden van twee onzer leden, In de avond van 1 oktober werden we opgeschrikt door het ontstellen de bericht,dat ons medelid van Beeck door een auto-ongeluk om het leven was gekomen.En of dit nog niet genoeg was bereikte ons enige dagen later de droe ve tijding,dat ook ons medelid Janssens eveneens plotseling van ons was weg genomen. Ik wil met U even stil staan bij deze 2 markante mensen,met wien wij zovele jaren in goede harmonie en verstandhouding mochten samenwerken. Beiden sedert de bevrijding onafgebroken lid van de raad dezer gemeente,hebben zij de belangen dezer gemeente naar best vermogen behartigd. De opgewektheid en openhartigheid,die beiden kenmerkten deden weldadig aan. Nauwelijks een maand geleden zat ge nog hier rechts van mij en niemand onzer had ook maar enig vermoeden,dat de vergadering van 27 septem ber j.l.voor U de laatste zou zijn.Nog in de fleur van üw leven zijt gij plot seling heengegaan,zonder waarschuwing,zonder afscheid,om,naar wij oprecht ho pen,Uw zetel in de raad te verwisselen voor een zetel hierboven. Met eerbied zullen wij U blijven gedenken en in onze harten de aangename herinnering meedragen van zoveel vriendschap en toewijding. Onze gevoelens van deelneming gaan uit naar de in diepe rouw en droefheid gedompelde echtgenoten en familie,voor wien de last van verdriet en smart wel het zwaarste is,door het gemis van hun liefdevolle zorgzame man en vader. Als gelovige mensen kunnen wij slechts buigen voor de wil van God wiens beschikkingen voor ons,kleine mensen,vaak zo onbegrijpelijk is.Moge Hij kracht en troost schenken aan de zwaar beproefde families en dat zij het leed wat thans over hen is gekomen,met Christelijke gelatenheid moge dragen.Zij rusten in vrede. Nog een andere gebeurtenis vraagt onze aandacht. Na eerst een week lang het dappere en fiere Hongaarse volk te heb ben bewonderd om zijn heldhaftige vrijheidsstrijd,werd deze vrijheid met een slag vernietigd door een weerzinwekkende aanval van een overmachtige vijand. Op zondag 4 november j.l.,een datum die in de geschiedenis zal voortleven als het verraad van Boedapest,werd een klein maar dapper volk neergeslagen door beulshanden. Tot berstens toe zijn onze harten vervuld van diepe af schuw.;,weer zin,een heftige verontwaardiging van zoveel onrecht,aangedaan aan een vrij volk door de brute kracht van een afschuwelijke dictatuur. Wij protesteren plechtig tegen deze schending van de menselijke rechtenj wij leven mee met het geknechte Hongaarse volk,met wien wij door zoveel banden van vriendschap zijn verbonden. Door de eeuwen heen heeft het Hongaarse volk moeten strijden voor zijn rechten,voor zijn geloof en zijn vrijheid.Denk slechts aan de oor log 1914-1918,en het mag ons nu nog tot eer en voldoening strekken,dat Neder land toen vele Hongaarse vluchtelingen heeft opgenomen. Eeuwen geleden beet dit volk het spits af in de strijd tegen de Turken ter verdediging van het Christendom,en steeds opnieuw,heel de geschie denis door,heeft het zijnheiligste en hoogste waarden moeten verdedigen ten koste van grote offers in bloed en tranen.Is het daarom,dat wij Nederlanders zo spontaan en ongekend fel reageerden op deze vrijheidsschending? Want ook wij weten wat vrijheidsstrijd betekent! 80 jaren lang verdroegen wij het juk van een Spaanse bezetting en wij wonnen de strijd.On der Napoleon werden wij bij Frankrijk ingelijfd^doch de strijd werd door ons gewonnen.Hitier bezette in 1940 ons grondgebied,maar 5 jaar later moest ook deze de aftocht blazen. Door zoveel historische banden aan elkaar verbonden getuigen wij hier op dit ogenblik van ond diep medeleven met dit arme vertrapte volk, dat thans ,God weet voor hoe lang,in voor ons ondenkbare ellende is gestort. God helpe Hongarije!

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1956 | | pagina 17