In de verte ontplofte een bom.Parachutisten hingen als lucht ballonnetjes aan de wijde hemel.We herinneren ons hoe onze jongens aan de Grebbelinie verbeten vochten tegen een overmachtige tegen stander. Slechts enkele dagen duurde deze ongelijke strijd en wqs de invasie der Duitse legers een feit. Met deze bange donkere avond viel ook de stilte.Men kan nauwe lijks geloven en zich slechts met moeite realiseren welk een ramp in luttele uren aan ons land en volk was veltrokken. De brute overrompeling versufte ons aanvankelijk en sloeg ons uit ons evenwicht. De 5 jaren, die nu volgden,werden jaren van verschrikking en ellende ef, om de woorden van de grote Churcill te gebruiken,jaren van bloed,zweet en tranen. De lokstem van de bezetter en zijn handlangers klonk honingzoet. Met vleierij en strijkages trachtte men ons volk te winnen.Hun spel was echter al te doorzichtig en reeds spoedig bleek,dat macht ze gevierde over recht,slavernij over vrijheid,bruut en schaamteloos geweld over vrede. Doch dan ontwaakt het verzet.Men veelde,dat onze rechten en vrijheden systematisch werden ingeperkt en dat onze heiligste be- ginselen met veeten werden getreden. Onze vrijheid,waarvoor ons volk zich door de eeuwen heen reeds onnoemelijk zware offers had getroost,liet men niet aantasten.Dit kostbaar erfpand onzer vaderen zou en moest worden verdedigd des- noods met eigen leven. In het barre leed,dat ens overkwam,ontwaakte ons volk.De stil- berusting,die ons aanvankelijk kenmerkte,maakte plaats veor ao- ctief en verbeten verzet. De verzetstoorts werd ontsteken,hoog laaide het verzetsvuur, dat nimmer meer zou deven.De toorts zou blijven branden,heel de lange tijd van de bezettingsjaren. Met bruut geweld heeft de bezetter dit vuur trachten te blus sen, doch de fakkel bleef branden al die bange jaren door totdat op 5 Mei 1945 deze zegevierend werd binnengedragen in een bevrijd Nederland. Ik zal U een uitvoerige en gedetailleerde beschrijving van het naamloos leed in de jaren 40-45 besparen.Al ligt dit leed reeds 10 jaren en langer achter ons,feit is,dat diep geslagen wonden slechts langzaam of nimmer genezen. Doch ik meen in alle oprechtheid wel heel erg in mijn taak te kort te schieten,wanneer wij op een dag als vandaag zonder meer •ver dit droevig 5 jarig tijdvak zouden heenstappen en zelfs niet een ogenblik zouden stilstaan bij dat leger van helden,dat met in- van zijn leven voor ons de herdeking van de bevrijding heeft mege-

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1955 | | pagina 9