Prachtige mens,symbool van strijd,die door hem en de millioenen anderen is gewonnen,zij het helaas ook voor een zeer hoge prijs» Laten wij zorgen,dat deze prijs niet te hoog is geweest.En hierin ligt dan tevens zin en betekenis van onze bevrijdingsdag, waarover ik in de aanvang van mijn toespraak gewaagde. Het lijden loutert .In deze strijd nu op leven en dood,in deze jaren van benauwenis en kwelling ongeëvenaard in de geschiedenis, kwam duidelijk vast te staan hoe lief ons de vrijheid was. Bij de velen,aan wien wij onze dankbaarheid verschuldigd zijn, hoort ook en zeker niet op de laatste plaats Prinses Wilhelmina, in de jaren van beproeving onze Landsvrouwe. Zij toch droeg ons lijden mee over zee en niemand van ons zal ooit het leed van deze veelbeproefde bannelinge beseffen.In onze gefolterde harten heeft Zij de hoop op de overwinning van het recht levendig gehouden. De eenheid van ons volk,die helaas in dagen van voorspoed nauwe lijks eenheid mag worden genoemd,die door het verzet tot groei en wasdom kwam,^erd mede door haar begeesterd woord gesmeed.Meer dan ooit was zij de Moeder van haar volk.Zij is het-,die de Kroon van Oranje gemaakt heeft tot symbool van onze eenheid en die de Oranje boom diep heeft doen wortelen in de harten van ons volk. Mijne Heren, Het waren deze gedachten ,die ik meende U niet te mogen ont houden.Juist deze gedachten doen ons goed beseffen wat het bete kende op 5 Mei 1945 te worden herboren als een vrij mens en met welke weeën deze hergeboorte gepaard ging. Hij,die zich de dag van 5 Mei 1945 louter en alleen herinnert als een dag van uitbundig vermaak en plezier en evenzo bij de 10- jarige herdenking van deze dag enkel denkt aan geest en genot,die heeft én van het verzet,én van de daarop gevolgde vrijheid niets begrepen. Voor deze mens is de hoge prijs van zovele jonge levens te hoog en wellicht tevergeefs geweest. Ik verzoek U echter dringend mijn woorden niet mis te ver staan. Ik heb geenszins willen betogen,dat wij vandaag met uitge streken sombere gezichten onze bevrijding moeten vieren en dat vreugde en blijdschap misplaatst zouden zijn.Niets is minder waar. Een ogenblik ernst en bezinning behoeft oprechte vreugde niet in de weg te staan.Ernst is geen somberheid. lo jaren zijn

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1955 | | pagina 11