NOTULEN van de openbare vergadering van
de Raad der gemeente Putte,gehouden op
Dinsdag 1 September 1953des avonds om
8 uur ten gemeentehuize.
Aanwezig: G.H.M.Hofmans,burgemeester-secretaris, voorzitter;
en de leden G.J.Verkuijl,Er.Huijbrechts,A.v.d.Ven,Fr.Vereist,
C.Janssens,Alp.van Beeck en J.L.de Clerck.
I. De VOORZITTER opent de vergadering met gebed.
II. Vervolgens leggen alle NIEUWBENOEMDE LEDEN achtereenvolgens
in handen van de Voorzitter af de ambtseed en de zuiverings
eed.
III. Aan de orde is thans de BENOEMING van 2 WETHOUDERS.
Als stemopnemers worden door de Voorzitter aangewezen de
heren Verkuijl en van Beeck.
Bij de eerste stemming blijkt,dat op de heer HUIJBRECHTS
zijn uitgebracht 5 stemmen en dat 2 stembriefjes blanco zijn
ingeleverd,zodat de heer Huijbrechts met meerderheid van
stemmen is benoemd.Desgevraagd verklaart de heer Huijbrechts
zijn benoeming als zodanig te aanvaarden.
Bij de stemming over een tweede wethouder blijkt,dat op
de heer VAN DE VEN 5 stemmen zijn uitgebrachtop de heer de
Clerck 1 en dat 1 stembriefje blanco is ingeleverd,zodat de
heer v.d.Ven is benoemd met meerderheid van stemmen.Desge
vraagd verklaart ook de heer van de Ven zijn benoeming aan
te nemen.
De VOORZITTER feliciteert de wethouders met hun benoeming
en verzoekt hen op de wethouderszetels plaats te nemen.Ver
volgens richt hij een woord van afscheid tot ex-wethouder
Verkuijl,met wien spreker 7 jaar in de meest prettige ver
standhouding heeft mogen werken,terwijl hij tevens de hoop
uitspreektdat wethouder van de Ven de voetsporen van zijn
voorganger zal drukken.
IV. De NOTULEN der vergadering van 29 Juli 1953 worden onveran
derd vastgesteld.
V. De VOORZITTER doet mededeling van één INGEKOMEN STUK n.l.de
Koninklijke goedkeuring op de Verordening als bedoeld in art.
11,lid 2,der Winkelsluitingswet 1951 van 10 December 1952.
In verband hiermede merkt het lid VERKUIJL op,dat het
toch wenselijk zal zijn,belanghebbenden nog eens extra te
waarschuwen,dat ze zich nu ook aan de gestelde sluitingsuren
zullen houden.
De VOORZITTER zegt toe een en ander met de politie te
zullen bespreken.
VI. In verband met de nieuwe regeling inzake de financiële ver
houding tussen Rijk en gemeenten wordt de 3e BEGROTINGSWIJ
ZIGING 1953 vastgesteld overeenkomstig het aangeboden con
cept. De begroting 1953 is thans sluitend.
VII. Naar aanleiding van de circulaire van de Minister van Binnen
landse Zaken van 31 Juli 1953,Nr.15869,betreffende maatrege
len voor het jaar 1953 inzake de financiële positie van het
personeel der lagere publiekrechtelijke lichamen,wordt het
Toelagebesluit overeenkomstig het voorstel van Burgemeester
en Wethouders gewijzigd,terwijl tevens wordt besloten,in af^
wachting van de verklaring van geen bezwaar,aan het personeel
van de gemeente een voorschot toe te kennen.
Eveneens wordt besloten gelijk voorschot toe te kennen
aan de burgemeester-secretaris en ontvanger,terwijl aan Gede
puteerde Staten zal worden medegedeeld,dat het verstrekken
van de toelage 1953 aan de secretarissen en ontvangers de
instemming heeft van de raad. VIII