V. VASTSTELLING VAN:
I. VERORDENING TOT HIEING VaN SECRETARIE-LEGES IN DE GEMEENTE
PUTTE;
II. VERORDENING OP LE INVORDERING VAN SECRETaRIE-LEGES IN LE
GEMEENTE PUTTE.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
VI. VASTSTELLING VAN DE BEGRQOTIHG VAN II'KO. 3.-El, EL UITGaVEL VAN
HET BURGERLIJK ARMBESTUUR OVER HET DIEN8ÏJAAR 1946.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
VII. BEHANDELING VAN DE -BEGROOTING VAN INKOMSTEN EN UITGAVEN DER
GEMEENTE VOOR HET DIENSTJAAR 1946.
Daar geen der leden gebruik wensoht te maken van de gelegenheid
tot het houden van algemeene beschouwingen, wordt overgegaan tot
de artikelsgewijze behandeling der begrooting.
Bij volgnummer 209 vraagt ^e heer HUIJGEN een nadere toelichting,
welke door den VOORZITTER wordt gegeven.
Zonder hoofdelijke stemming wordt de begrooting hierna vast
gesteld overeenkomstig het ter inzage gelegde ontwerp.
De heer HUIJGEN vraagt dan nog het woord in verband met de rond
vraag, welke spreker op deze agenda mist.
De VOORZITTER zegt dat in de eerste vergadering van dezen raad
besloten werd de rondvraag aan het einde der vergadering af te
schaffen en in de plaats daarvan den leden van den raad de gelegen
heid te geven aan het begin der vei^gadering met hetgeen zij op hun
hart hebben, naar voren te komen. Na de opening der vergadering kan
elk lid dan het woord vragen over de orde en spreken over datgene
wat hij meent in het belang der gemeente ter tafel te moeten brengen
De heer HUIJGEN is het daar niet mee eens en zegt het zoo in elk
geval niet begrepen te hebben.
Wethouder VERKUIJL zegt dat het toch inderdaad zoo is als de
Voorzitter uiteenzette.
De VOORZITTER zegt er geen bezwaar tegen te hebben om den heer
Huijgen ditmaal bij uitzondering nog het woord te verleenen, temeer
daar de heer Huijgen door zijn werkzaamheden buiten de gemeente
niet altijd in de gelegenheid is de raadsvergaderingen bij te wonen.
De heer HUIJGEN vraagt op de eerste plaats inlichtingen over
den Wederopbouw.
De VOORZITTER zegt dat een ofmeer ambtenaren van den wederopbouw
den laatsten tijd regelmatig zitting houden op het Gemeentehuis.
Belanghebbenden kunnen zich dus daar vervoegen voor het verkrijgen
van alle gewenschte inlichtingen.
De heer HUIJGEN vraagt verder of het juist is, dat de brand-^
weerwagen van de gemeente ook gebruikt mag worden voor het veivoer
van particulieren?
Dê VOORZITTER antwoordt, dat de bedoelde brandweerwagen inder
daad, wanneer er geen andere geschikte gelegenheid was, voor parti
culier personenvervoer is gebruikt, en zulks ook voor de toekomst
in de bedoeling ligt. Het gebruik wordt dan berekend naai een door
het college te bepalen vergoeding, waarbij voor de benoodigde ben
zine door daa gebruiker zelf moet worden gezorgd.
De heer HUIJGEN zegt er geen bezwaar tegen te hebben, bpreker
wilde alleen maar weten of zijn inlichting dienaangaande juist was.
Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering hierna
door den VOORZITTER met den Christelijken groet gesloten.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
De Voorzitter,
De Wethouder,. 23 .augustus 1946.