NOTULEN der openbare vergadering van den Raad der gemeente PUTTE gehouden op 30 September 1941 des namiddags te 8 uur. Aanwezig de heeren:H.Hendriks,P.Hoendervangers,C.Buijs, C.Monu, J.L. de. Clerck,L. van. Linden, A.Huijgen. Voorzitter P.J.v.d.Ven,burgemeester tevens secretaris. De voorzitter opent te 8 uur de vergadering met den Chris- telijken groet en stelt achtereenvolgens aan de orde: 1.Vaststelling der notulen der vorige vergadering. Deze wordt,zooals zij ter inzage was gelegd,met algemeen stemmen goedgekeurd. 2.Voorstellen tot wijziging van de gemeente-begrootipg 194' De voorzitter doet mededeeling der verschillende voorstel len als zij ter inzage hebben gelegen. De ontwerpen worden onveranderd vastgesteld. 3. Afscheid van den Raad,verordening 152/1941. Na afwerking der agenda zegt de voorzitter het volgende: Mijne Heeren: Zooals U uit de couranten en mijne mededeeling in de vorige vergadering is vernomen zullen ingaande 1 September 1941,de achtste verordening van den heer Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied (No.152/1941)>de werkzaamheden van de gemeen teraden blijven rusten m.a.w.wordt ook de Raad der gemeente Putte buiten werking gesteld en zoo ook die van Burgemeester en Wethouderi Hiermede is voorloopig een eind gesteld aan Uw werk zaamheden als Raadslid,c.q.wethouder. Gij hebt dat met gelatenheid aanvaard,hoewel het U zwaar zal vallen zoo ineens afscheid te moeten nemen van uw raads lidmaatschap. Hoe het in de naaste toekomst worden moet,is mij on_ bekend.Daarover zullen de nadere voorschriften zijn af te wachten. Ik kan mij voorstellen,dat de gevallen beslissing, evengoed als mij,hard valt.Hierdoor toch wordt een eind gemaakt aan Uw lidmaatschap van den Raad,hetwelk U gaarhe vervulde. Wanneer ik terug zie op den tijd,waarin wij samenwerk ten,dan moet ik zeer tot mijn genoegen zeggen,dat wij steeds in de beste harmonie de belangen der gemeente behartigden en dat U mij een goed hart toedroeg. Ik hoop dat zulks zoo blijven mag en dat, al scheiden wij nu van een bestuursfunctie,wij toch vrienden zullen blijven en dat als ik te zijner tijd een beroep op U allen doen mag, dat gij dan steeds bereid zult zijn mij Uw steun te verleenen. Ik reken daarop in elk geval. Ik smeek God dat hij U moge zegenen en dank hem voor de van U ondervonden hulp. ir-t -

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1941 | | pagina 17