M herinnerd G. Timmermans er aan, wat hij te voren gezegd heeft, doch G. Timmermans blijft bij zijn verklaring. G. Timmermans verlaat daarna op verzoek van den Voorzitter de vergadering, daar verdere aanwezigheid overbodig is De geheele Raad vindt het optreden van G. Timmermans onjuist en beschouwt hem als een draaier waarmede niets valt aan te vangen en zegt dat dergelijke lui nooit meer mogen inschrijven De Voorzitter dikt het optreden van G. Timmermans nog eens aan en doet mededeeling van wat hij van hen in deze aangelegenheid onder vond als b.v. dat de Gebr. Timmermans niet hij en Antoon &s doch ook de beide andere broers. Na verdere bespreking wordt besloten zoo het mogelijk is het werk aan M.H. Sluijts op te dragen en Gedeputeerde Staten daarover te laten beslissen. De Voorzitter spreekt de wensch uit dat thans sooeddg de moei lijkheid tot aller tevredenheid zal zijn opgelost Niets meer te behandelen zijnde sluit de Voorzitter met den ^jiristelijken Groet de vergadering De Wethouder De Voorzitter IA4/1.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1938 | | pagina 4