Nog werd. gevraagd hoe groot de algeheele kosten in de aanslui
ting kunnen bedragen,waarop de heer Hamilton mededeeld dat de
ze zullen bedragen f. 64.= voor alle toezicht.
2. Vaststelling van de notulen.
De notulen der vorige vergaaerihg worden met algemeene stem
men onveranderd vastgesteld.
3. Mededeeling van ingekomen stukken:
a. een dr^ietal brieven van Gedeputeerde Staten met be
trekking tot het besluit van den Raad tot wijziging van de ge
meente - begrooting dienst 1936
De Voorzitter stelt namens burgemeester en wethouders
voor aan het verlangen van Gedeputeerde Staten te voldoen en de
verlangde verbeteringen aan te brengen, waartoe met al gemeene
stemmen wordt besloten:
b. b, brief van Gedeputeerde Staten van 24 Maart 1937, G.
Nr. 455 houdende bericht van ontvangst van het raadsbesluit
van 15 Maart 1937 tot wijziging van de Algemeene Plaatselijke-
politie verordening
De Burgemeester zegt,dat burgemeester en wethouders
haar bereids hebben afgekondigd en stelt voor het schrijven
voor kennisgeving aan te nemen waartoe met algemeene stemmen
wordt besloten.
c. Begrooting 1937.
De voorzitter zegt.dat Gedeputeerde Staten bij brief v£
van 24 Maart 1937, G. Nr. 39o machtiging hebben verleend tot het
doen van uitgaven op de begrooting 1937 tot 50 der geraamde
uitgaven daarbij met eenige beperking rekening houdende.
d. Gemeente fondsbelasting.
De Voorzitter zegt,dat Gedeputeerde Staten bij hun
brief van 24 Maart 1937, G. Nr. 383 de bij Koninklijk besluit
van 13 Maart 1937, Nr. 40 goedgekeurde verordening tot heffing
van opcenten op de gemeentefondsbelasting hebben terug gezonden
met verzoek daarvan de noodige afkondiging te doen,waaraan zal
voldaan worden.
e* Schoolgeldheffing
De voorzitter zegt,dat Gedeputeerde Staten bij hun
brief van 17 Maart 1937, G. Nr. 373 de bij Koninklijk besluit
van 1 Maart 1937, Nr. 36 goedgekeurde verordening tot heffing
van schoolgeld hebben terug gezonden met verzoek daarvan de
noodige afkondiging te doen, waaraan zal voldaan worden.
fWijziging beskuit geldleening f.2332.=
De Voorzitter zegt,dat Gedeputeerde Staten bij hun
besluit van 24 Maart 1937, G. Nr. 349 goedkeuring hebben ver
leend aan het raadsbesluit tot wijziging van dat tot het aan -
gaan eener geldleening groot f: 2332.=:
g. Gemeente rekening 1935.
De voorzitter zegt,dat Gedeputeerde Staten bij hun
brief van 10 Maart 1937, G. Nr. 480a de door hun college bij
besluit van 10 Maart 1937 G. Nr. 48® gaKfltgEkenirijtB: vastgestel
de rekening van inkomsten en uitgaven over 1935 hebben ingezonder
met verzoek omtrent enkele uitgaafposten nader te betichten en
alsnog op de begrooting 1936 daarvan bij wijzigingsbesluit te
öoen blijken. Hij stelt voor aan een en ander gevolg te geven,
waartoe met algemeene stemmen wordt besloten.