I OPENBARE vergadering van den Raad
der gemeente Putte van 22 Mei 1933 n.m. 7 uur. *0
Aanwezig zijn de heeren: H. Wijnings, H. Hendriks, P. Hoender
vangers, A. Th. Verschuuren en J.L. de Clerck.
Er zijn 2 vacatures.
Voorzitter P.J. van de Ven, Burgemeester tevens Secretaris.
De Voorzitter opent te 7 uur met den Christel!jken groet de
vergadering en stelt achtereenvolgens aan de orde.
1. Vaststelling der notulen
van de vorige vergadering.
Deze worden na voorlezing met algemeene stemmen onveranderd
vastgesteld.
2. Bespreking werkverschaffing.
De Voorzitter zegt, dat hij met den Opzichter der Ned. Heide Mij.,
den Heer Roosen, de in de vorige vergadering aangewezen weggedeelten, welke
f|puden omgespit moeten worden, heeft nagegaan, en dat de Ned. Heide Mij.
adien heeft bericht dat tot omspitting dier gedeelten kan overgegaan wor
den, zoodat er thans weer voor een maand werkgelegenheid bestaat.
Wethouder Hendriks vraagt, of er op de Armengoederen niets meer
valt te spitten of iets dergelijks.
De Voorzitter zegt, dat hierop hoegenaamd niets meer is te doen
aangezien het geheele perceel gespit en beboscht is.
Hij vraagt de meening der raadsleden omtrent het verkoopen der
Armenbosschen, met dien verstande, om integendeel een perceel woeste grond
aan te koopen dichter bij het dorp gelegen en dat te ontginnen, daar er
z.i. van het tegenwoordige Armengoed nooit veel opbrengst zal te verwachten
zijn, aangezien het tegen de Belgische gemeente Santvliet is gelegen waar
nog al veel z.g. "boomkappers" wonen.
Wethouder Wijnings zegt, daar wel iets voor te voelen en meent te
weten, dat de Heer Testers de persoon zou zijn welke deze gronden zou willen
aankoopen, doch dat dan volgens hem zou moeten getracht worden om den be-
staanden particulieren weg van den heer Testers loopendetot aan de armen
bosschen, tot aan den waterloop "de Rijn", als publieken weg te krijgen.
Het lid Hoendervangers zegt, dat hij, mits het door den Wethouder
(Voorgestelde wordt verkregen, hij ook voor verkooping der armenbosschen is
en dat dan als aan te koopen woeste gronden in aanmerking zouden kunnen
komen, de eigendommen der kinderen Wouters, welke zeer gunstig gelegen zijn
voor ontginning en toezicht.
De overige leden zijn het hierover volkomen eens, zoodat op voor
stel van den Voorzitter na eenige bespreking wordt besloten, aan den heer
C. Verhagen, opzichter der Ned. Heide. Mij. te Breda, te berichten, dat de
gronden van het Burgerlijk Armbestuur, onder de in dat schrijven vermelde
voorwaarden, kunnen aangekocht worden.
3. Verlegging waterloop
De Voorzitter zegt, dat van Jac. van den Bergh alhier, een verzoek
is ingekomen tot verlegging van den openbaren waterloop langs zijne woning
en zegt dat hij daar wel voor is, mits de aanvrager de kosten betaalt,
zoodat de gemeente-kas hier niets door te lijden heeft.
Wethouder Wijnings zegt, op die voorwaarden er ook voor te zijn en
meent, dat het voor J. van den Bergh geen bezwaar zal zijn aangezien hij er
veel gemak van zal hebben en de kosten niet hoog zullen loopen.