Prov Noord Brabant
ingekomen 14 Mel 1932
vergadering Ged. 'Staten
25 Mei 1932 No. 110
Putte, den 11 Mei 1932.
Aan Heeren Gedeputeerde Staten
s Bosch.
Met verschuldigde eerbied brengen wij het volgende ter kennis van Uw
College met beleefd verzoek om Uwe' welwillende overweging ten einde voor onze
gemeente recht te doen geschieden
Verschillende weken voor de gemeenteraads-verkiezing van het vorig jaar,
deelden wij u mede de erge onregelmatigheden, welke bij de verkiezing voor de
Provinciale Staten waren voorgevallen en verzochten wij Uw Hoog College beleefd
om de noodige maatregelen te"willen treffen welke een eerlijk en wettig verloop
der bovenstaande gemeenteraads-verkiezing zouden waarborgen. Op 29 Juni 1931
brachten we opnieuw ter kennis de verschillende onregelmatigheden tijdens de
gemeenteraads-verkiezing van 20 Juni voorgevallen en zulks mede naar aanleiding
het verzoek van 110' kiezers, welke onder eede de gegrondheid dezer klacht
wemschten te bevestigen. Daar wij de geldigheid der verkiezing niet konden er
kennen, bedankten we voor onze benoeming tot raadslid onder motiveering onzer
afwijzing.
Daar Uw College bij besluit van 26 Aug, 1931 de verkiezing wettigde,
hebben we ons zonder veTder beroep hierbij neergelegd.
Op 17 Maart j.l, ontvingen we opnieuw eene benoeming tot raadslid, be
noeming welke wij meenen terug te moeten voeren op een besluit van Gedeputeerde
Staten, in hooger beroep van den gemeenteraad door de Kroon bekrachtigd.
Na rijp beraad en op aansporing van een groot deel onzer medeburgers
rekenden we het ons tot plicht ditmaal het mandaat aan te nemen en zoodoende
mede te werken in het belang onzer medeburgers, die het in deze kritieke tijden
al niet te gemakkelijk hebben en deden we zulks niettegenstaande we ons wel be
wust zijn dat onze positie in het raadscollege niet tot de aangenaamste zal be-
hooren. Wij leverden dan ook op tijd alle door de wet vereischte stukken in, doch
ontvingen tot onze verwondering op 10 dezer, dus bijna twee maanden na onze benoe
ming, een schrijven van B en W dat bij besluit der raadsvergadering, welke 6 dagen
vroeger op 4 Mei was gehouden, besloten was om de beslissing tot onze toelating
voor onbepaalden tijd uit te stellen.
WÊj Gezien het hiervoorvermelde,
Gezien het feit dat het benoemd raadslid A.G. Leijs deel uitmaakte van het
vorige raadscollege en sinds meer dan 20 jaar raadslid was
Gezien het feit dat de ingeleverde geloofsbrieven en vereischte stukken
bestaande uit 1. Bericht van benoeming tot raadslid; 2'. Ontvangstbewijs onzer
aanneming van het mandaat; 3* Bewijs van inwonerschap; 4. Uittreksel geboorteacte
(Deze laatste vier uitgereikt door het hoofd der gemeente). 5. Onze verklaringen
dat we geen openbare betrekkingen bekleeden, gemakkelijk en vlug te controleeren
zijn ook vooral daar in een dorpje van 1400 zielen de inwoners best bekend zijn
Gezien het feit dat de geloofsbrTeven der thans zetelende' 5' raadsleden ten
vorige jare zonder omslag direct werden goedgekeurd zoo blijkt o.i. hierüit ten
zeerste dat de sinds 9 maanden uit 5 leden bestaande gemeenteraad met alle middelen
tracht om onze intrede in het College en zoodoende het uitoefenen eener gezonde
controle te verhinderen en eventueel uit te stellen tot na de behandeling der
Gemeenterekening 1931 en de volgende begrooting.
Daar wij meenen dat de belangen der gemeente door dezen willekeur sterk
kunnen geschaad worden, protesteeren wij hiertegen nadrukkelijk en verblijven met
de meeste hoogachting
Uw. Ed. dw. Dienaren
A.G. Leijs benoemd gemeenteraadslid
P. van Weelden