OPENBARE vergadering van den- Raad
der gemeente Putte van Vrijdag 8 April 1932 des n.m. 7 uur
Aanwezig zijn de heeren: Wijnings, H. Hendriks, P. Hoendervangers,
A.Th, Verschuuren en J.L. de Clerck,
Er zijn 2 vacatures.
Voorzitter F.J. van de Ven, Burgemeester tevems Secretaris.
De Voorzitter opent te 7 uur de vergadering en stelt achtereenvolgens
aan de orde
1. Vaststelling van de notulen
van de vorige vergadering.'
Deze worden na voorlezing met algemeens stemmen onveranderd goedge
keurd.
2, Mededeellng van ingekomen stukken
a. Schrijven van Zijne Excellentie Den Heer Minister van Arbeid
^Handel en Nijverheid, van 5 April 1932, No. 3620, Afdeeling Handel en
Nijverheid, houdende bemerkingen op de ingediende tarordening tot afwijking
van de Winkelsluitingswet, Stbl, 1930, No. 460, zooals die door den Raad
dezer gemeente d.d. 1 Februari 1932 werd vastgesteld
De Voorzitter geeft toelichting op de bemerking van den Minister
waarna verschillende leden hunne bezwaren aangaande de uitvoering der
Winkelsluitingswet kenbaar maken en wijzen op de nadeelige gevolgen welke
die wet voor Putte heeft, aangezien dit dorp tegen het Belgisch Putte is
gelegen en mitsdien de ingezetenen in staat stelt hunne benoodigdheden
elders aan te koopen
Hierna wordt het gewijzigde ontwerp met algemeene stammen vastgesteld,
b. Schrijven van Burgemeester en Wethouders waarin zij mededeelen dat
p, van Weelüen en A.G. Leijs hunne benoeming tot lid van den Raad hebben
aangenomen
Wordt voor kennisgeving aangenomen
3» Wijziging Algemeene Polltie-verordenlng.
De Voorzitter herinnert eraan dat voor eenige weken deze gemeente
ambts-bezoek kreeg van Zijne Excellentie Den Heer Commissaris der Koningin
in deze provincie, waarin o.m. de Israëlietische begrafenissen ter sprake
werden gebracht en spijt werd uitgedrukt dat daaraan voor de gemeente geene
voordeelen aan verbonden waren en dat hij toezegde, deze aangelegenheid
nader onder het oog te zien met het gevolg, dat, wanneer de gemeente de
plaatselijke gelitie-verordening wijzigde en ontheffingen moesten verleend
worden tot het laten dan het vastgestelde uur, laten begraven van Israëliten
voor elke schriftelijke vergunning f.2.50 zou kunnen gevorderd worden
Na deze toelichting wordt de algemeene politie-verordening gewijzigd
en het ontwevp-besluit vastgesteld»
