OPENBARE vergadering van den Raad
f der gemeente Putte van Vrijdag 4 Maart 1932 des n.m. 7 uur.
Aanwezig zijn de heeren H. Wljnings, H. Hendriks, P. Hoender
vangers, A.Th. Verschuviren en J.L. de Clerck.
Er zijn 2 vacatures.
Voorzitter P.J. van de Ven. burgemeester tevens secretaris.
De Voorzitter opent te 7 uur 3 minuten de vergadering en stelt
achtereenvolgens aan de orde
1. Vaststelling van de notulen
der vorige vergadering.
Deze worden na voorlezing met algemeene stammen onveranderd
goedgekeurd.
2. Mededeellng van ingekomen stukken.
a. Besluit van H.M. de Koningin d.d. 4 Februari 1932 No. 22
toegezonden bij brief van Heeren Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant d.d.
17 Februari 1932 G. No. 235 Ille Afdeeling, waarbij met handhaving van het
bestreden besluit van Gedeputeerde Staten dezer provincie C. Sluijts en C.J.
Groenewege van Arkel Koudsijn niet als lid van den Raad der gemeente Putte
worden toegelaten.
b. brief van J. Hoendervangers, die mededeelt, dat hij niet
meer genegen is tot verkoop van een gedeelte van zijn eigendom voor den bouw
van een nieuw Raadhuis.
De stukken a en b worden voor kennisgeving aangenomen.
3. Vaststelling van een reglement
van orde voor de vergaderingen van den Raad*^
De Voorzitter zegt, dat dit reglement werd ontworpen ter ver
vanging van het bestaande reglement en zegt dat de leden een afschrift werd
ingezonden, opdat zij het te voren zouden kunnen inzien.
Het ontwerp wordt daarna zonder eenige op- of aanmerking on
veranderd vastgesteld.
4We rkve r s oh agf i ng
De Voorzitter zegt, dat aan de te werk gestelden bij de werk
verschaffing werd aangezegd, dat het werk op 5 Maart 1932 wordt beëindigd,
doch dat de werklui aan de bestrating van het schoolplein blijven, totdat dit
en het werk aan het kerkhof' is beëindigd en dat hij het noodig oordeelt dat de
weg welke in bewerking is z.i. dient afgewerkt te worden, waarvoor de te werk
gestelden nog een week zouden moeten aanblijven dan wel eenige arbeiders met
kleine kinderen.
Het laatste voorstel vindt algemeen de voorkeur, waarna in dien
geest wordt besloten.
Hierna werden de verschillende werkzaamheden die verricht zijn
nog besproken en wordt daarbij opgemerkt dat het plaatsen der palen op het
Rusland niet met het noodige overleg heeft plaats gehad en dat' de persoon, die
de palen gaf deze niet vfoor zijn eigendom ziet geplaatst staan. Algemeen wordt
dit