6, Aanbieding van de gemeente-begrooting
over het dienstjaar 1932.
De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders de begron-
ting der gemeente voor 1932 is ingekomen en dat zij den 31 Augustus 1.1,
ter^inzage ter secretarie is neergelegd en tegen betaling der kosten in
afschrift verkrijgbaar is gesteld en dat hij haar den Raad aanbiedt, daarbi
opmerkende, dat de uitgaven door de inkomsten worden gedekt en dat geen
verdere belastingverhooging moet plaats hebben en dat, wanneer zich geen
bijzonderheden in de naaste toekomst zich voordoen op verdere verlaging der
belasting gerekend kah worden, alhoewel de werken in 1931 aangevangen
groote uitgaven der gemeente vergen en het verdere onderhoud dat zal blij
ven vergen.
Rondvraag.
De Heer Wijnings dient de volgende motie in
Mijheer de Voorzitter!
Ha afloop ban deze agenda heb ik de eer aan den Raad
^en motie vooi? te leggen, welke geen enkele toelichting behoeft en die ik
aan mijn medeleden ten zeerste aanbeveel. Na voorlezing verzoek ik U de
motie in stemming te brengen. Ik kan er geen enkel woord van terug nemen.
De motie luidt als volgt:
De Raad der Gemeente Putte in zijne zitting van 1 Septem
ber 1931, kennis genomen hebbende van een reeks leugenachtige berichten in
het blad De Avondster te Bergen op Zoom in zake de Gemeenteaeaads-verkiezin-
gen te Putte op 20 Juni 1931, uitgaande van het voormalig raadslid A. Leijs
kennelijk gelanceerd om den Burgemeester onzer Gemeente, den Edelachtbaren
Heer F. van de Ven, te treffen en verdacht te maken bij de ingezetenen in
zijn kwaliteit van voorzitter van het Hoofdstembureau;
eveneens kennis genomen hebbende van een reeks gefingeerde
klachten door genoemd raadslid gedaan bij Zijne Excellentie den Commissaris
der Koningin te 's Hertogenbosch - zoowel voor als na de- Gemeenteverkiezin
gen te Putte - en uiteraard ten doel hebbende den heer F. van de Ven ver
dacht te maken bij het hoogste Gzag in onze Provincie in zijn kwaliteit
.van BURGEMEESTER
T gezien de ambtshalve uitspraak omtrent de verkiezingen in
de Gemeente Putte door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant in de gehouden
zitting van 26 Augustus 1931;
BRENGT HULDE AAN DE WAARDIGE EN FIERE HOUDING, die
Burgemeester F. van de Ven aangenomen heeft in de maandenlange periode van
laster en verdachtmaking, wenscht hem kracht en strekte, om op den betreder
weg voort te gaan, belooft hem daarbij zijn steun en medewerking en gaat
over tot de orde van den dag.
Deze motie wordt zonder verdere bespreking met algemeene
stemmen aangenomen.
Niets meer te
vergadering.
De Wethouder
De Voorzitte
behandelen zijnde sluit de Voorzitter de